Rechtspraak
Centraal staat in deze procedure, zowel in conventie als in voorwaardelijke reconventie, de wijze waarop de Gemeente stelt te kunnen omgaan met haar benoemings- en ontslagrecht - hierna zal de rechtbank steeds kortweg van benoemingsrecht spreken - ten aanzien van bestuurders van de Stichting. De Gemeente heeft zelf twee personen benoemd als bestuurders van de Stichting. Het benoemingsbesluit als zodanig is dan ook niet in strijd met de statuten genomen of in strijd met de regels die de totstandkoming van besluiten regelen. De bedoeling van de Gemeente was echter het overdragen van bevoegdheden ten aanzien van het stichtingsbestuur op de koper van Gelredome en voor dat doel was haar de statutaire benoemingsbevoegdheid niet verleend. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de Gemeente de bevoegdheid die haar door de statuten is verleend heeft misbruikt door deze uit te oefenen met een ander doel dan waarvoor zij is verleend. De Gemeente kon, in de woorden van art. 3:13 lid 1 BW, deze bevoegdheid niet inroepen, voor zover zij de bevoegdheid misbruikt heeft. Dit betekent in ieder geval dat de benoemingsbesluiten tegenover de Stichting geen rechtsgevolg kunnen hebben.