Naar boven ↑

Rechtspraak

KLM beëindigt het contract met Asito. Hierdoor zijn alle werknemers op het project KLM bij Asito boventallig en wordt tussen Asito en vakbonden een Sociaal Plan overeengekomen. Het Sociaal Plan gaat in op 1 oktober 2007 en heeft een looptijd van zes maanden. Indien werknemer gedurende de looptijd van het Sociaal Plan de arbeidovereenkomst met Asito opzeggen, dan maken zij aanspraak op een vergoeding conform de kantonrechtersformule. Voor elke maand dat zij in dienst blijven gedurende het Sociaal Plan (gerekend vanaf 1 oktober) vindt op deze ontslagvergoeding een korting van een halve maand plaats. Een aantal werknemer zegt hun arbeidsovereenkomsten op tegen 1 oktober. Asito heeft deze opzeggingen aanvaard. Asito heeft werknemers er op gewezen dat voor hen andere werkzaamheden zijn aangeboden welke zij niet hebben aanvaard en dat zij voor 1 oktober 2007 de arbeidsovereenkomst hebben opgezegd. Hierdoor maken zij geen aanspraak op de vergoeding conform het Sociaal Plan. Werknemers vorderen thans ontslagvergoeding conform het Sociaal Plan. Zij stellen onder meer dat er sprake is van dwaling waardoor de beëindigingsovereenkomsten vernietigd moeten worden. Daarnaast achten zij het niet toekennen van een vergoeding in strijd met het goed werkgeverschap.

De kantonrechter oordeelt als volgt. s van oordeel dat geen sprake is van beëindigsovereenkomsten. Werknemers hebben zelf hun arbeidsovereenkomst opgezegd. Het betreft hier dus telkens eenzijdige rechtshandelingen, die vervolgens door Asito zijn geaccepteerd. Dat betekent echter niet dat die acceptatie leidt tot het tot stand komen van. Reeds om die reden kan het beroep op dwaling niet slagen. Voorts kan niet gezegd worden dat Asito haar verplichtingen als goed werkgever niet is nagekomen. Voor het feit dat Asito en/of haar vertegenwoordigers tijdens de bijeenkomst in september 2007 hebben meegedeeld dat het sociaal plan ook van toepassing zou zijn op opzeggingen voor 1 oktober 2007 is onvoldoende gesteld om werknemers tot bewijslevering te kunnen toelaten. Kennelijk zijn werknemers door FNV Bondgenoten op het verkeerde been gezet door met gebruikmaking van de door FNV Bondgenoten geredigeerde opzeggingsbrieven reeds vóór 1 oktober 2007 de arbeidovereenkomst op te zeggen. Een en ander geldt temeer nu werknemers in die opzeggingsbrieven al hadden opgenomen dat zij de arbeidsovereenkomst wensten te beëindigen wegens het aanvaarden van een dienstbetrekking elders. Asito was mede vanwege het doel van het Sociaal Plan (opvangen van de negatieve gevolgen) niet verplicht werknemers te wijzen op het feit dat het Sociaal Plan pas vanaf 1 oktober 2007 werking had.

Volgt afwijzing vordering werknemers.