Rechtspraak
Werkneemster is op 1 mei 2006 voor bepaalde tijd in dienst getreden bij Cliënt First Medical Services B.V. als paramedisch beoordelaar. Per 1 januari 2007 is deze arbeidsovereenkomst verlengd tot en met 31 december 2007. Tevens is werkneemster gepromoveerd naar de functie teamcoördinator paramedisch beoordelaars. Op 28 november 2007 heeft Cliënt First Medical Services B.V. werkneemster aangeboden de arbeidsovereenkomst om te zetten in een voor onbepaalde tijd. Op 13 december 2007 heeft werkneemster een concept overeenkomst voor onbepaalde tijd ontvangen. Op 19 december 2007 heeft werkneemster een email verstuurd aan Cliënt First Medical Services B.V. waarin zij inhoudelijk reageert op de conceptovereenkomst. Zij eist dat haar salaris in de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gelijk wordt gesteld met dat van een collega. Op 21 december 2007 vindt er overleg plaats tussen werkneemster en Cliënt First Medical Services B.V.. Op verzoek van Cliënt First Medical Services B.V. heeft werkneemster de conceptovereenkomsten meegenomen en ingeleverd. Afgesproken wordt dat het verzoek van werkneemster om het salaris van haar gelijk te trekken aan dat van een collega, besproken zal worden in het management team. Bij brief van 24 december 2007 deelt Cliënt First Medical Services B.V. werkneemster mee dat het aanbod is komen te vervallen en haar arbeidsovereenkomst van rechtswege zal eindigen op 31 december 2007. Verwezen wordt naar een bepaling in de conceptovereenkomsten waarin staat dat het aanbod van rechtswege zou komen te vervallen indien niet uiterlijk op 15 december zou zijn getekend (artikel 13 lid 5). In februari 2008 vordert werkneemster een verklaring voor recht dat tussen haar en Cliënt First Medical Services B.V. een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is tot stand gekomen dan wel dat werkgever schadeplichtig is wegens afbreking van de onderhandeling.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is sprake van een gave overeenkomst, indien partijen overeenstemming hebben bereikt over de essentialia. Tot de essentialia van een arbeidsovereenkomst behoren naar het oordeel van de kantonrechter in ieder geval de functie die de werknemer gaat uitoefenen en het salaris. Uit de door werkneemsters verzonden email van 19 december 2007 volgt dat werkneemster (nog) niet tevreden was met het voorgestelde salaris en dat zij hierover met Cliënt First Medical Services B.V. wilde praten. Vast staat dan ook dat er op 21 december 2007 nog geen gave arbeidsovereenkomst tot stand was gekomen. Om deze reden wordt de gevorderde verklaring voor recht afgewezen. Met werkneemster is de kantonrechter van oordeel dat Cliënt First Medical Services B.V. naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen beroep kon doen op het bepaalde in artikel 13 lid 5 van de conceptovereenkomst. Als maatstaf voor de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandeling heeft te gelden dat ieder van de onderhandelende partijen - die verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen - vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan (HR 12 augustus 2005, NJ 2005, 467). In dit geval oordeelt de kantonrechter de houding van werkgever onaanvaardbaar. De schade die werkneemster heeft geleden bestaat ten minste uit het verschil tussen het salaris dat was aangeboden en de door werkneemster ontvangen WW-uitkering.