Naar boven ↑

Rechtspraak

Partijen (eisers en derden) hebben in een samenwerkingsverband participatie gehad in een adviesbureau op het gebied van hypotheken, verzekeringen, pensioenen en makelaardij. Op enig moment hebben partijen de werkzaamheden gesplitst. Eisers hebben zich gespecialiseerd in verzekeringen. De overige personen hebben de activiteiten hypotheken en makelaardij ondergebracht in de Hypotheekshop. In de splitsingsovereenkomst staat opgenomen dat partijen elkaar gedurende drie jaar niet met actiematige mailings zullen beconcurreren. Kort na de splitsing verzendt de Hypotheekshop een mailing aan al haar cliënten waarin staat opgenomen dat zij gegarandeerd 10% goedkopere verzekeringen kan afsluiten. Eisers stellen dat Hypotheekshop hierdoor toerekenbaar te kort is geschoten, dan wel onrechtmatig heeft gehandeld. Zij vorderen schadevergoeding.

De rechtbank oordeelt als volgt. De Hypotheekshop was ten tijde van de splitsingsakte geen contractpartij. De akte is immers enkel door de personen van het oorspronkelijke samenwerkingsverband ondertekend. Niet is gebleken dat men toen is opgetreden namens de Hypotheekshop. Daarmee komt de grondslag voor schadevergoeding wegens wanprestatie te vervallen. De vraag is vervolgens of sprake is van onrechtmatig handelen van de Hypotheekshop. Eisers stellen zich op het standpunt dat het handelen van Hypotheekshop onrechtmatig is omdat zij, óók wanneer zij niet als partij bij de splitsingsovereenkomst is aan te merken, wist dat zij zich op grond van die overeenkomst diende te onthouden van actiematige, groepsgewijze en gecoördineerde marktbewerking, gericht op overname van elkaars relaties maar dat zij zich daar desondanks schuldig aan heeft gemaakt met verzending van haar brief van 22 oktober 2008. Met deze blote stelling hebben eisers onvoldoende feitelijk onderbouwd dat Hypotheekshop de relaties van eisers heeft benaderd. De vordering van eisers kan derhalve evenmin slagen voor zover hij deze heeft gebaseerd op onrechtmatig handelen door Hypotheekshop.