Rechtspraak
Synthomer vordert dat de voorzieningenrechter Beens zal bevelen om zich met onmiddellijke ingang te onthouden van iedere onrechtmatige gedraging ten opzichte van Synthomer, meer in het bijzonder het direct en indirect via Heijboer benaderen van relaties van Synthomer, alsmede het verlenen van diensten voor deze relaties. Zij vordert daarnaast een voorschot van € 10.000, te vermeerderen met proceskosten en nakosten. Synthomer heeft aan de vorderingen ten grondslag gelegd, dat Beens onrechtmatig handelt jegens Synthomer (in de zin van artikel 6:162 BW) door het in dienst nemen van Heijboer en het bewust profiteren van het overtreden door Heijboer van zijn concurrentiebeding met Synthomer. Synthomer lijdt daardoor aantoonbare schade. Het spoedeisende belang van Synthomer bij haar vordering is gelegen in het veilig stellen van haar onderneming en de werkgelegenheid van haar werknemers.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Volgens vaste jurisprudentie (onder meer HR 17 mei 1985, NJ 1986, 760 en HR 26 januari 2007, NJ 2007, 78) is immers het profiteren van andermans wanprestatie pas onrechtmatig indien aan twee cumulatieve vereisten is voldaan: a. de aangesproken partij (in dit geval Beens) weet of behoort te weten dat zijn wederpartij (Heijboer), kort gezegd, wanprestatie pleegt tegenover een derde (Synthomer); b. er sprake is van bijkomende omstandigheden die op zichzelf of samen met de kennis over de wanprestatie, onrechtmatigheid meebrengen. Daargelaten of voldaan wordt aan het vereiste sub a, is van bijkomende omstandigheden als bedoeld in sub b in deze procedure onvoldoende gebleken. Synthomer heeft weliswaar onbestreden gesteld dat Heijboer binnen Synthomer een spilfunctie vervulde, de contacten met de klanten onderhield, op de hoogte was van alle prijzen en recepturen, dat hij op 4 september 2008 een transporteur van Synthomer (Jezebo) heeft bezocht met het verzoek transporten voor Beens te gaan verzorgen en dat hij voorts onlangs zijn diensten voor Beens heeft aangeboden in Egypte, maar dat alles maakt in onderling verband bezien nog niet dat Beens onrechtmatig tegenover Synthomer handelt. Het staat Beens gezien de vrijheid van handel en bedrijf in beginsel vrij om met gebruikmaking van de kennis en werkervaring die onlosmakelijk verbonden is aan Heijboer, relaties van Synthomer te benaderen en diensten te verlenen voor deze relaties. Dat zou anders kunnen zijn indien Beens via Heijboer - die ook volgens eigen zeggen een spilfunctie bekleedde binnen Synthomer en thans de functie van adjunct directeur bekleedt bij Beens -, met gebruikmaking van bedrijfsvertrouwelijke informatie van Synthomer zoals lijsten van klantgegevens, inkoop/verkoopprijzen en recepturen, (stelselmatig) relaties van Synthomer benadert om hen met een voordeliger aanbieding te bewegen van hun zakelijke relatie met Synthomer over te stappen naar Beens. Dat zou onder die omstandigheden onrechtmatigheid in de zin van onrechtmatige concurrentie kunnen opleveren omdat in dat geval op onrechtmatige wijze afbreuk wordt gedaan aan het bedrijfsdebiet van Synthomer. Dat dit aan de orde zou zijn, is gesteld noch gebleken. Volgt afwijzing van de vordering.