Rechtspraak
Werknemer is op 1 april 2003 voor onbepaalde tijd bij Eiffel in dienst getreden in de functie van accountmanager. In de arbeidsovereenkomst van werknemer is een geheimhouding- en concurrentiebeding opgenomen. Op 28 oktober 2008 heeft werknemer zijn dienstverband bij Eiffel opgezegd. Het dienstverband is per 1 januari 2009 beƫindigd. Eiffel heeft bij de opzegging direct aangegeven dat zij werknemer zal houden aan het overeengekomen (non-)concurrentiebeding. Op 1 januari 2009 is werknemer in dienst getreden bij bedrijf X in de functie van Executive Manager. Eiffel vordert naleving van het concurrentiebeding.
De voorzieningenrechter beantwoordt eerst de vraag of het (non-)concurrentiebeding zijn geldigheid heeft verloren nu dit beding niet opnieuw schriftelijk is overeengekomen toen de functie van werknemer is gewijzigd. Werknemer heeft aangevoerd dat tot tweemaal toe de arbeidsverhoudingen tussen partijen gewijzigd zijn, waardoor het concurrentiebeding zwaarder op hem is gaan drukken. Beoordeeld zal moeten worden of dit in de onderhavige procedure het geval is en zo ja, in hoeverre en welke mate, die wijziging bij handhaving van het overeengekomen concurrentiebeding een belemmering voor werknemer zal vormen een nieuwe, gelijkwaardige werkkring te vinden. Werknemer is in april 2003 in dienst getreden als accountmanager. Per januari 2007 is zijn functie gewijzigd naar Business Unit Manager en vervolgens in februari 2008 in de functie van consultant. Duidelijk is dat bij de functiewijziging van accountmanager naar Business Unit manager de inhoud van zijn functie verzwaard is. Dit blijkt ondermeer uit het feit dat werknemer deel is gaan nemen aan het managementteam en samen met de heer Y eindverantwoordelijke werd van de Business Unit Interim Management, een voor Eiffel (relatief) nieuwe activiteit. In februari 2008 is de functie wederom gewijzigd. De functie is gewijzigd naar de functie van consultant. Werknemer werd bij die gelegenheid van zijn managementtaken ontheven. Deze werden overgenomen door de heer Y, die eindverantwoordelijke werd van de Business Unit. Werknemer bleef wel tot het einde van het dienstverband lid van het managementteam. Uit het vorenstaande leidt de voorzieningenrechter af dat er tweemaal sprake is geweest van een functiewijziging. De voorzieningenrechter is van oordeel dat, vooral bij de tweede functiewijziging, sprake is van een ingrijpende wijziging.
Onder deze omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat het concurrentiebeding door de functiewijzigingen zwaarder is gaan drukken. Anders dan Eiffel, is de voorzieningenrechter van mening dat bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst en het concurrentiebeding in 2003 redelijkerwijze niet was te voorzien dat de arbeidsverhoudingen tussen partijen in dusdanig mate zouden veranderen. Voorgaande gevoegd bij het niveau van de laatste twee functies die werknemer heeft bekleed en het bijbehorende salaris, maakt dat het concurrentiebeding bij handhaving een belemmering vormt om een nieuwe, gelijkwaardige werkkring te vinden. Het is juist om die reden dat artikel 7:653 BW de eis stelt dat partijen bij een wijziging in de arbeidsverhouding opnieuw schriftelijk het concurrentiebeding moeten aangaan (vergelijk ook HR 9 maart 1979, NJ1979, 467 en HR 5 januari 2007, JAR 2007, 37).
Volgt afwijzing vordering.