Rechtspraak
Werkneemster is in dienst getreden in de functie van juridisch secretaresse op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Op 11 of op 30 juli 2007 (partijen zijn het over die datum niet eens) is werkneemster wegens ziekte uitgevallen. Met ingang van 1 oktober 2008 is werkneemster voor 95% arbeidsgeschikt verklaard. Thans verzoekt werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Op grond van het UWV-deskundigenoordeel van 3 februari 2009 gaat de kantonrechter ervan uit dat de re-integratie inspanningen van werkgever tot 12 januari 2009 toereikend zijn geweest, zodat de klachten van werkneemster dienaangaande geen gewicht in de schaal leggen. Op grond van datzelfde deskundigenoordeel is de kantonrechter echter ook van oordeel dat de re-integratie-inspanningen van werkneemster na 12 januari 2009 onvoldoende zijn geweest. Immers, toen werkgever, inderdaad na geruime tijd en na inspanningen over en weer, eind 2008/begin 2009 concludeerde dat re-integratie in de eigen functie of bij de eigen werkgever geen optie meer was, had zij zich concreet moeten inspannen voor re-integratie volgens het zogenaamde 2e spoor (re-integratie bij een andere werkgever). Dat heeft werkgever niet gedaan. Een vergoeding van € 20.000 komt de kantonrechter billijk voor.