Rechtspraak
Werknemer is op 27 mei 2002 op verzoek van werkgever begonnen met de montage van een verbindingsstuk aan een in de showroom opgehangen vensterzonwering. Het originele verbindingsstuk was eerder verwijderd en aan een klant meegegeven. Werknemer heeft bij deze werkzaamheden letsel opgelopen aan zijn hoofd en is per ambulance naar het Academisch Ziekenhuis Maastricht is vervoerd en na onderzoek met een wekadvies naar huis is gestuurd. Partijen twisten over de vraag of de schade, waarop de vordering van werknemer tot schadevergoeding betrekking heeft, door hem is geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden voor werkgever Daarnaast is tussen partijen in geschil of werkgever jegens werknemer al dan niet haar zorgplicht heeft nageleefd.
Het hof oordeelt als volgt. Uit de medische verklaring acht het hof voldoende aannemelijk te achten dat de schade (duizeligheid, vermoeidheid en pijn) voortvloeit uit het ongeval (postcommotioneel syndroom). De stelling van werkgever dat werknemer ook voor het ongeval reeds klaagde over zijn fysieke gesteldheid, blijkt niet uit de medische dossiers van werknemer. Werkgever zal evenwel in staat worden gesteld tegenbewijs te leveren. Uit hoofde van proceseconomie wordt tevens de vraag beantwoord of werkgever heeft voldaan aan zijn zorgplicht. Vanwege de uitdrukkelijke betwisting van werknemer dat werkgever voldoende instructies zou hebben gegeven ten aanzien van het monteren van zonweringen, wordt ook ten aanzien van de zorgplichtschending werkgever in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren.
Volgt aanhouding van de zaak.