Rechtspraak
Op 1 oktober 1977 trad werkneemster in (overheids)dienst bij het gemeentelijk vervoerbedrijf. Werkneemster is op 1 mei 1984 een arbeidsovereenkomst aangegaan met (rechtsvoorgangers van) Arriva, laatstelijk in de functie van managementassistente (0,4 fte) bij Arriva Touring B.V. (hierna Arriva Touring). De omzet van Arriva Touring bedraagt zo'n € 5.000.000,00. Het deel van de omzet dat voortspruit uit werkzaamheden verricht ten behoeve van de concessie Zuid-Oost Friesland wordt begroot op ongeveer € 60.000,00, hetgeen zich aldus laat vertalen in 1 a 1,5 % van de totale omzet van Arriva Touring. Na een aanbestedingstraject is medio juni 2008 komen vast te staan dat de concessie Zuid-Oost Friesland (hierna: de concessie) van Arriva naar Qbuzz zou overgaan. In een overleg tussen Arriva, Qbuzz en de vakorganisaties FNV, CNV en de Unie is een lijst van indirect betrokken personeelsleden besproken en vastgesteld. Bij schrijven van 12 november 2008 is werkneemster door Arriva geïnformeerd dat de arbeidsovereenkomst per 14 december 2008 zal zijn beëindigd en dat zij met ingang van die datum van rechtswege zal overgaan naar Qbuzz. Werkneemster vordert wedertewerkstelling in haar functie bij Arriva Touring, stellende dat bij overgang van een concessie naar een nieuwe concessiehouder alleen dat personeel voor overgang naar de nieuwe concessiehouder in aanmerking komt dat bij de oude concessiehouder - al dan niet gedeeltelijk - daadwerkelijk direct dan wel indirect werkzaam is geweest ten behoeve van de betreffende concessie. Zij stelt dat zij binnen haar functie bij Arriva Touring niet indirect (in de zin van artikel 37 WPV 2000) bij de concessie betrokken was. Arriva heeft volgens haar op rechtens ontoelaatbare wijze invulling gegeven aan artikel 37 WPV 2000.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Hij stelt voorop dat artikel 37 WPV 2000 niet als eis stelt dat het indirecte personeel dat met de concessie overgaat in dienst is bij de concessiehouder. Ook personeel dat binnen concernverband werkzaamheden verrichtte dat betrekking had op het concessiegebied kan overgaan. Evenmin is vereist dat die werkzaamheden geheel of grotendeels ten behoeve van het overgegane concessiegebied werden verricht. Voor toepassing van artikel 37 WPV 2000 is voldoende dat een deel van de werkzaamheden betrekking heeft op het overgegane concessiegebied. Uit de onweersproken gebleven omzetcijfers van Arriva Touring blijkt evenwel dat (een aantal van) haar chauffeurs slechts marginaal werkzaamheden ten behoeve van de concessie hebben verricht. Slechts 1,5 % van de door Arriva Touring gegenereerde omzet komt voort uit de werkzaamheden die ten behoeve van de concessie werden verricht. De door werkneemster aan deze chauffeurs geboden ondersteuning kan naar het oordeel van de kantonrechter dan ook bezwaarlijk onder de werkingsfeer van artikel 37 WPV 2000 worden geplaatst. Met een dergelijke interpretatie zou het toepassingsbereik van dit artikel te zeer worden opgerekt. Werkneemsters werkzaamheden waren met name gericht op activiteiten binnen Arriva Touring.
Volgt toewijzing vordering wedertewerkstelling.