Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer is sinds 1986 werkzaam bij Kembo. Kembo verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer wegens disfunctioneren. Tevens verzoek Kembo ontbinding van 25 andere arbeidsovereenkomsten wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Volgens Kembo presteert werknemer onder de maat en dient daarom hij - en niet de volgens het afspiegelingsbeginsel aangewezen collega X - voor ontslag in aanmerking te komen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het verzoek wordt afgewezen. Het verzoek maakt deel uit van een 26-tal verzoeken die in het raam van een collectief ontbindingsverzoek zijn ingediend. De afwijzing van dit verzoek vindt plaats omdat, ook indien niet strikt de hand wordt gehouden aan de toepassing van de Wet Melding Collectief Ontslag, daartoe niet dienen te behoren zaken die betrekking hebben op het functioneren van de werknemer, zoals in dit geval. Maar ook zonder deze voornoemde redengeving kan het verzoek niet worden toegewezen, omdat ten tijde van de mondelinge behandeling door de kantonrechter aan directeur Kembo is gevraagd een nadere toelichting over het - door werknemer met klem betwiste - disfunctioneren te geven en directeur daar geen gelegenheid van heeft willen maken, althans die gelegenheid niet heeft benut. Daarmee is het de kantonrechter onvoldoende aannemelijk geworden dat werknemer disfunctioneert en dat thans vanwege gewichtige redenen een einde dient te komen aan de arbeidsovereenkomst.