Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer is met ingang van 1 april 2000 bij Hedera in dienst getreden in de functie van product manager E-Commerce. In de schriftelijke arbeidsovereenkomst is in artikel 6 een concurrentie- en relatiebeding opgenomen. Hedera houdt zich bezig met verkoop van kantoorartikelen en computersupplies via internet. Per 1 maart 2007 is de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden geƫindigd. Partijen hebben het concurrentiebeding toen doen vervallen. Het relatiebeding is in stand gebleven. Op 16 mei 2007 richt werknemer een eigen vennootschap op, genaamd: Meerkantoor. Deze vennootschap houdt zich bezig met online verkoop van kantoorartikelen en computersupplies. Hedera stelt zich op het standpunt dat werknemer het relatiebeding overtreedt en vordert de daarop gestelde boetes. Voorts stelt Hedera zich op het standpunt dat sprake is van onrechtmatige concurrentie. Werknemer stelt zich op het standpunt dat het relatiebeding is komen te vervallen vanwege een ingrijpende functiewijziging. De kantonrechter heeft werknemer toegelaten te bewijzen dat sprake is van een ingrijpende functiewijziging (zie AR 2009-346)

De kantonrechter oordeelt thans als volgt. De kantonrechter is van oordeel dat op grond van de verklaringen van de getuigen in samenhang met de door werknemer als partijgetuige afgelegde verklaring, is komen vast te staan dat de functie van werknemer (hoofd inkoop), zowel wat betreft taken als bevoegdheden, vanaf 2001 een zodanige wijziging heeft ondergaan ten opzichte van de functie die werknemer in de daaraan voorafgaande periode bekleedde (productmanager), dat het relatiebeding een wezenlijk ruimer of inhoudelijk ander bereik heeft gekregen dan hetgeen partijen bij het aangaan van het beding in redelijkheid konden verwachten.

Volgt opheffing van het conservatoir beslag en verklaring voor recht dat het relatiebeding is komen te vervallen.