Rechtspraak
In deze zaak gaat het - kort gezegd - om de vraag of werknemer door middel van overgang van onderneming van rechtswege in dienst is getreden bij Metos. Het eerste verweer van Metos is dat werknemer niet door middel van overgang van onderneming van rechtswege bij Metos in dienst is getreden, omdat het onderdeel waarvoor werknemer bij de besloten vennootschap Contact Roestvrijstaal BV (hierna ook te noemen: Contact) werkzaam was, is uitgesloten van de overgang van onderneming van Contact naar Metos. Pas indien komt vast te staan dat het onderdeel waar werknemer werkzaam was niet is uitgesloten van de overgang van onderneming, komt het hof toe aan de vraag of werknemer, op het moment van overgang van onderneming nog in dienst was bij Contact of reeds door een andere overgang van onderneming van rechtswege in dienst was van de vennootschap naar Belgisch recht Werkhuizen Rubbens (hierna ook te noemen: Werkhuizen), danwel dat werknemer nĂ¡ de overgang van onderneming naar Metos, als gevolg van overgang van onderneming van rechtswege bij Werkhuizen in dienst is getreden. Ten slotte komt de vraag naar de omvang van de vordering van werknemer op Metos pas aan de orde indien vaststaat dat werknemer door middel van overgang van onderneming van rechtswege bij Metos in dienst is getreden.
Het hof oordeelt als volgt. Op alle genoemde vragen verlangt het hof nadere informatie van partijen. Zo is het hof van mening dat het goed mogelijk is dat de afdeling van werknemer een zelfstandige afdeling binnen Contact moet worden beschouwd (en derhalve niet mee over is gegaan naar Metos). Volgt aanhouding van de zaak.