Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer is op 25 september 1967 in dienst getreden van Roto Smeets, een rechtsvoorgangster van Logic Use. Logic Use, een onderdeel van Roto Smeets De Boer (RSBD), had verschillende vestigingen, waaronder een in Hoofddorp. Deze laatste vestiging is in 2006 gesloten. Werknemer werkte aanvankelijk voor RSBD Deventer, maar is op verzoek van Logic Use - na een reorganisatie van RSBD in 2002 - voor de vestiging Hoofddorp gaan werken. Op basis van anciënniteit had werknemer in Deventer kunnen blijven werken. Zijn toenmalige functie wordt thans door een ander vervuld. De arbeidsovereenkomst met werknemer is tegen 16 november 2006 opgezegd (na inachtneming van een opzegtermijn van een jaar). De kantonrechter heeft aan werknemer een vergoeding van € 125.000 toegewezen, wegens kennelijk onredelijk ontslag gelegen in het niet, althans onvoldoende, inspannen van herplaatsing van werknemer en het niet voorzien van een toereikende ontslagvergoeding. Tegen dit oordeel keert Logic Use zich in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. Logic Use heeft terecht gegriefd tegen het oordeel van de kantonrechter dat zij ten onrechte werknemer geen nieuwe functie hebben aangeboden. Uit de stukken blijkt dat een andere werknemer meer geschikt was voor de vrijgekomen functie. De grief slaagt. Met betrekking tot de financiële tegemoetkoming stelt Logic Use dat zij aan werknemer een hogere vergoeding dan het sociaal plan voorschrijft heeft toegekend en voorts een aanzienlijk langere opzegtermijn in acht heeft genomen. Het hof oordeelt echter dat niet is komen vast te staan dat aan werknemer een vergoeding is aangeboden ten tijde van het ontslag. Voorzover er wel een vergoeding is aangeboden, bedroeg de omvang € 50.500. Bij deze beoordeling speelt tevens een rol het beroep dat werknemer heeft gedaan op het feit dat hij ongelijk is behandeld ten opzichte van een collega, werknemer 2, die volgens werknemer bij de beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst van Logic Use een vergoeding heeft ontvangen van € 91.200,- bruto. Onbestreden heeft werknemer gesteld dat werknemer 2 vier maanden ouder is dan hij, maar 18 jaar korter in dienst was. Wegens onvoldoende betwisting van Logic Use slaagt het beroep van werknemer op ongelijke behandeling. Anderzijds kent het hof bij de beoordeling van de vraag welk bedrag aan schadevergoeding in het geval van werknemer passend is geen gewicht toe aan het feit dat werknemer in 2002 is ingegaan op een verzoek van RSBD om in Hoofddorp te gaan werken en dat de functie die hij daar vervulde niet is komen te vervallen, reeds omdat hij niet stelt dat Logic Use toentertijd had kunnen voorzien dat werknemer als gevolg van een reorganisatie voor het voortbestaan van zijn arbeidsplaats in Hoofddorp had te vrezen. Alle omstandigheden van het geval afwegende acht het hof een aan werknemer toe te kennen schadevergoeding ten bedrage van € 95.000,- bruto aangewezen, waarbij wordt aangetekend dat de kantonrechtersformule waarop werknemer een beroep heeft gedaan zich niet leent voor toepassing in een procedure als de onderhavige.

Volgt vernietiging van het vonnis van de kantonrechter wat de hoogte van de schadevergoeding betreft. Bekrachtiging van het overige.