Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkgeefster is een particulier die als gevolg van haar aandoeningen, ze is meervoudig gehandicapt, verpleging, ondersteunende begeleiding en hulp bij haar persoonlijke verzorging nodig heeft. Middels een overheidssubsidie het zogenaamde Persoonsgebonden Budget (PGB) heeft werkgeefster zelfstandig “zorg op maat” verworven door met werkneemster een arbeidsovereenkomst aan te gaan. Met het inkopen van deze zorg heeft verzoekster de status van werkgever verworven. Werkneemster (25 jaar) is sedert 1 januari 2009 in dienst van werkgeefster in de functie van zorgverleenster. Vanaf 5 februari 2009 heeft werkneemster wegens ziekte geen werkzaamheden meer verricht. Uit berichtgeving van de Arbodienst blijkt werkneemster al sinds 2008 te kampen met ernstig psychische klachten en depressiviteit (verwerking door van haar vader). Werkgeefster heeft tijdens de sollicitatieprocedure naar de algemene gezondheidstoestand van werkneemster geïnformeerd, omdat zij (werkgeefster) afhankelijk is van haar werkneemster. Werkneemster heeft toen geantwoord nooit eerder ziek te zijn geweest. Werkgeefster stelt zich op het standpunt dat het vertrouwen is komen te ontvallen en dat op korte termijn een einde aan de arbeidsrelatie moet komen. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat sprake is van een opzegverbod tijdens ziekte en voorts dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die niet tussentijds kan worden opgezegd, aldus werkneemster.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter merkt allereerst op dat de bijzondere, als gevolg van de betrokken regelgeving bestaande arbeidsverhouding een geheel ander karakter draagt dan die welke wordt bedoeld in de artikelen 7:610 e.v. BW. Om die reden is de kantonrechter van oordeel dat de onderhavige arbeidsverhouding zich naar haar aard in beginsel niet leent voor toekenning van een vergoeding bij ontbinding van de overeenkomst. In deze zaak moet naar het oordeel van de kantonrechter daarom rekening gehouden worden gehouden met de bijzondere omstandigheid dat het salaris van werkneemster moet worden bekostigd uit het door de Sociale Verzekeringsbank ten behoeve van werkgeefster uit te keren PGB. Werkgeefster heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat een toegekende ontbindingsvergoeding ten laste komt van dit budget en zal betekenen dat er minder gelden beschikbaar zijn voor haar persoonlijke verzorging en begeleiding. Daarbij komt dat werkneemster maar een maand voor werkgeefster heeft gewerkt. De kantonrechter ontbindt daarom de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een vergoeding per 1 juli 2009.