Rechtspraak
Werkneemster is op 1 februari 2008 in dienst getreden bij Talant in de functie van groepsbegeleider. Zij is op 21 juli 2008 wegens rugklachten arbeidsongeschikt geraakt. De bedrijfsarts oordeelt medio augustus dat werkneemster weer - voorzichtig - aan het werk kan, zodat met re-integratie kan worden aangevangen. Het re-integratietraject verloopt moeizaam waarbij werkneemster wordt verweten niet aan het plan van aanpak te willen meewerken. De verzekeringsarts van het UWV heeft echter op 29 december 2008 geoordeeld dat werkneemster wegens ziekte vanaf 10 november 2008 niet geschikt was voor het eigen werk. In een gesprek met Talant op 24 februari 2009 is werkneemster medegedeeld dat Talant weinig vertrouwen meer in haar heeft. Hierop is werkneemster boos weggelopen. Talant verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Talant heeft gesteld dat het voordurende ziekteverzuim van werkneemster een verstorend effect heeft op de gang van zaken binnen haar organisatie en bovendien een negatieve invloed heeft op de werksfeer binnen Talant. Talant verwijt werkneemster dat zij niet wil meewerken aan haar re-integratie door geen gehoor te geven aan uitnodigingen van Talant om in gesprek te komen omtrent haar re-integratie. Haar houding en opstelling met betrekking tot de re-integratie hebben volgens Talant tot een onherstelbare vertrouwensbreuk geleid.
De kantonrechter oordeelt als volgt. In beginsel is het opzegverbod tijdens ziekte van toepassing, tenzij er andere omstandigheden zijn die ontbinding noodzakelijk maken. werkneemster kan, gelet op het deskundigenoordeel van de verzekeringsarts van het UWV van 29 december 2008, geen verwijt worden gemaakt van het feit dat zij tot 1 januari 2009 niet heeft willen meewerken aan haar re-integratie. Immers, uit de rapportage van de verzekeringsarts volgt dat [werkneemster] wegens ziekte niet in staat was om aan een hervattingsschema te voldoen. Aan de andere kant kan het Talant in die periode ook niet verweten worden dat zij er alles aan heeft gedaan om werkneemster te laten re-integreren. Zij had uit te gaan van het advies van haar bedrijfsarts dat luidde dat werkneemster, gelet op haar rugklachten, lichte werkzaamheden kon doen. Het had, gelet op de inhoud van het deskundigenoordeel, wel op de weg van Talant gelegen om na 1 januari 2009 medisch advies in te winnen over de vraag vanaf welke datum werkneemster weer in staat zou zijn om aan haar re-integratieverplichting te voldoen. Dit heeft zij nagelaten. Talant heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij niet verder wil met werkneemster, echter dit enkele feit rechtvaardigt niet de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Hierbij is van belang dat gesteld noch gebleken is dat werkneemster ongeschikt zou zijn voor de door haar vervulde functie. Dat de ziekte van werkneemster een verstorend effect zou hebben op de gang van zaken binnen Talant en dat de ziekte bovendien een negatieve invloed heeft op de werksfeer is niet aannemelijk geworden.
Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.