Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkneemster is sedert 1 juli 2007 in dienst van Square Dranken, een groothandel voor gedistilleerde dranken en wijnen. Zij is als Geschäftsführerin werkzaam in Bunde, Duitsland. Haar feitelijke werkzaamheden bestaan uit het in- en verkopen van partijen drank in opdracht van relaties en op eigen initiatief ten behoeve van relaties. Op de arbeidsovereenkomst is een concurrentie- en relatiebeding van toepassing. Werkneemster heeft in 2008 een aanvaring gehad met een collega. Werkgever heeft maatregelen getroffen en is tevreden over werkneemsters werkzaamheden. Werkneemster is ontevreden en wil weg. Werkneemster heeft in februari en maart 2009 gesproken over beëindiging van de arbeidsovereenkomst met verval van het concurrentiebeding, zonder resultaat. Werkneemster vordert schorsing van het concurrentiebeding zodat zij haar eigen onderneming kan oprichten. Daartoe voert zij aan dat zij in het verleden een groot aantal klanten van haar vorige werkgever naar Square Dranken heeft meegenomen die zij thans niet meer zou kunnen bedienen en dat zij slechts gedurende een relatief korte termijn voor Square Dranken heeft gewerkt zodat haar belangen onbillijk worden benadeeld bij handhaving van het concurrentiebeding.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De belangen van partijen afwegend komt de kantonrechter tot het voorlopig oordeel dat voor een schorsing van het concurrentie- en/of relatiebeding geen aanleiding bestaat. Vast staat dat werkneemster door ondertekening van de arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk akkoord is gegaan met het concurrentie- en relatiebeding. Aangezien in de arbeidsovereenkomsten tussen werkneemster en haar vorige werkgevers ook een concurrentiebeding was opgenomen was zij bekend met de strekking en de mogelijke gevolgen van het opnemen van een dergelijk beding in de overeenkomst. werkneemster heeft niet betwist dat juist in verband met deze bedingen aan haar een zeer goed salaris en aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden is geboden. Werkneemster heeft aangevoerd dat het voor haar niet mogelijk is om een eigen bedrijf te beginnen zonder dat zij de relaties, die zij in het verleden heeft opgebouwd en die zij heeft meegenomen naar Square Dranken, kan bedienen. Naar het oordeel van de kantonrechter is echter niet aannemelijk geworden dat werkneemster de gestelde relaties daadwerkelijk heeft meegenomen toen zij bij Square Dranken in dienst trad. Dat zij in het verleden een relatie heeft opgebouwd met de klanten, komt eerder voort uit haar vorige dienstverbanden met aan Square Dranken gelieerde bedrijven. De kantonrechter oordeelt voorts dat -naar Square Dranken heeft gesteld en door werkneemster niet is weersproken- er gelet op de vaardigheden die werkneemster heeft verworven in de in- en verkoop, voldoende mogelijkheden zijn voor haar om, althans gedurende de duur van het concurrentie- en relatiebeding, op een ander terrein werkzaam te zijn dan de drankenhandel.

Volgt afwijzing vordering werkneemster. De in reconventie gevorderde dwangsommen op naleving van het concurrentiebeding worden toegewezen.