Naar boven ↑

Rechtspraak

Voorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst wegens valsheid in geschriften werkneemster, risicosfeer werkgever, C meer dan 1

Werkneemster (43 jaar) is op sinds 11 januari 1993 in dienst bij (de rechtsvoorgangster van) Alpha. Iedere medewerker van Alpha heeft een eigen toegangspasje, dat toegang geeft tot het bedrijfsterrein via elektronisch afgesloten deuren. Het toegangspasje wordt daarnaast gebruikt om in- en uit te klokken en registreert de aan- en afwezigheid van de betrokken medewerker. Op basis van dit tijdregistratiesysteem wordt het salaris van de betrokken werknemer uitgerekend. Gewerkte overuren tussen maandag 7.00 uur en vrijdag 22.00 uur worden tegen 125% uitbetaald, gewerkte overuren tussen vrijdag 22.00 uur en zaterdag 22.00 uur worden tegen 150% uitbetaald en gewerkte overuren tussen zaterdag 22.00 en maandag 7.00 uur, alsmede op roostervrije (feest-)dagen worden tegen 200% uitbetaald. Werkneemster krijgt in haar hoedanigheid van leidinggevende tweewekelijks een overzicht van alle tijdregistraties met de mogelijkheid eventuele correcties handmatig door te voeren. Op 11 maart 2009 is werkneemster op staande voet ontslagen omdat zij meermalen onjuiste opgave heeft gedaan van registratietijden in de correctiefase. Werkneemster klokte op bepaalde dagen niet uit, zodat in de correctiefase een juiste uitklok tijdstip moest worden opgegeven. Werkneemster vulde hier latere tijdstippen in dan feitelijk het geval bleek te zijn. Alpha verzoekt thans voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden dan wel veranderingen van de omstandigheden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ten aanzien van de primaire grond acht de kantonrechter Alpha niet geslaagd in het bewijs dat werkneemster opzettelijk onjuiste registratietijden heeft ingevoerd. Voor uitvoerige bewijsvoering leent de ontbindingsprocedure zich niet zodat het primaire verzoek wordt afgewezen. Het subsidiaire verzoek wordt toegewezen. Ten aanzien van de vraag of werkneemster een vergoeding toekomt, oordeelt de kantonrechter dat in casu het ontslag in de risicosfeer van de werkgever ligt. Gelet op het feit dat werkneemster in het geval niet in rechte komt vast te staan dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is verleend haar baan zal hebben verloren ten gevolge van een uiteindelijk niet in rechte bewezen beschuldiging, dat zij in het verleden altijd zeer goed heeft gefunctioneerd en dat zij, gelet op haar leeftijd, ervaring en de huidige slechte arbeidsmarkt niet binnen een redelijke tijd in staat moet worden geacht een andere baan te vinden, acht de kantonrechter een correctiefactor van meer dan 1 op zijn plaats, zodat werkneemster een vergoeding toekomt van € 60.000,00 bruto.