Rechtspraak
Centraal staat de vraag of Deltatechniek (werkgever) gerechtigd was om de door haar betaalde kosten van de studie Professional Master Strategische Bedrijfskunde van werknemer terug te vorderen. Volgens werknemer is dit niet het geval omdat deze studie - anders dan volgens het studiebeding zoals opgenomen in het bedrijfsreglement vereist - niet middels een aanvraagformulier is aangevraagd. Daarnaast stelt werknemer zich op het standpunt dat de studie ter compensatie van zijn ‘onderbetaling’ heeft gediend, zijn vertrek bij Deltatechniek niet vrijwillig was en ten slotte de redelijkheid en billijkheid zich verzetten tegen volledige terugbetaling van de studiekosten. De kantonrechter heeft de vordering van werknemer afgewezen.
Het hof oordeelt als volgt. Werknemer heeft zelf ontslag genomen nadat Deltatechniek werknemer had gesommeerd te stoppen met het benaderen van zijn relaties en het beconcurreren van Deltatechniek vanuit werknemers eigen opgezette onderneming. Volgens het hof is hierbij geen sprake geweest van dwang. Dat de studie is aangevraagd zonder het benodigde aanvraagformulier, doet niet af aan het feit dat werknemer op de hoogte was van het studiekostenbeding dat middels incorporatie van het bedrijfsreglement op hem van toepassing was. Ten aanzien van het zogenaamde lage salaris, heeft Deltatechniek gesteld dat de functie van werknemer een ingroeifunctie bedroeg, zodat zijn salaris aanvankelijk lager uitviel. Als een bedrijf een salarisverhoging afwijst met het argument dat al studiekosten worden vergoed, kan men inderdaad beredeneren dat die studiekosten onderdeel van het salaris zijn en niet hoeven te worden terugbetaald. Maar omdat Deltatechniek ontkent dat er een relatie is tussen de studiekosten en het salaris zal werknemer deze relatie dienen te bewijzen. Werknemer is niet geslaagd in deze bewijsopdracht. Ten slotte heeft werknemer zijn vordering op grond van redelijkheid en billijkheid onvoldoende onderbouwd.
Volgt afwijzing vordering werknemer.