Rechtspraak
Werkneemster (27 jaar) afkomstig uit Polen is op 7 januari 2008 op basis van een uitzendovereenkomst in dienst getreden van Exotic. Op het salaris van werkneemster werd een bedrag in mindering gebracht voor huisvesting (€ 81,00). Dit bedrag is later verhoogd tot € 200,00 omdat volgens Exotic de vriend van werkneemster bij haar was ingetrokken. Werkneemster betwist dat. In de periode 8 juni 2008 tot 7 juli 2008 heeft werkneemster geen arbeid verricht wegens zwangerschapsgerelateerde ziekte. Exotic heeft over deze periode geen loon betaald. Over de periode van 2 september 2008 tot en met 23 november 2008 heeft werkneemster een WAZ-uitkering (Wet Arbeid en Zorg) ontvangen in verband met haar zwangerschap. Op 5 oktober 2008 heeft Exotic werkneemster uit dienst gemeld en een eindafrekening opgemaakt. Op basis van deze eindafrekening heeft Exotic een vordering op werkneemster. Werkneemster vordert in deze procedure loon over de periode van 8 juni 2008 tot 2 september 2008 en van 24 november 2008 tot en met 31 december 2008, waartoe zij stelt, dat zij gedurende genoemde perioden ziek was, alsmede dat op het loon/ziekengeld ten onrechte bedragen van € 200,00 per week zijn ingehouden voor vermeende inwoning van een vriend. Exotic stelt zich op het standpunt dat geen sprake was van ziekte zodat op grond van de ABU-CAO geen loonverschuldigd is over de periode dat niet is gewerkt (afwijking 7:628 BW). De inhoudingen op het loon (€ 200,00) zijn volgens Exotic - onder verwijzing naar de contractuele afspraak inzake huisvesting - terecht gedaan. Daar komt bij dat werkneemster opzettelijk schade heeft toegebracht aan werkgever doordat werkgever de woning niet aan derden ter beschikking heeft kunnen stellen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Vaststaat dat, op grond van artikel 9 van de toepasselijke ABU-CAO, een Uitzendkracht werkzaam in fase A, enkel loon toekomt over de periode(n) dat daadwerkelijk uitzendarbeid is verricht, tenzij er sprake is van ziekte. In dat geval bestaat (wel) recht op (doorbetaling van) loon. Niet is gebleken dat werkneemster zich eerder dan 7 juli 2008 heeft ziek gemeld. Derhalve kan de loonvordering over de maand juni niet worden toegewezen. Voorts is voldoende komen vast te staan dat de bedrijfsarts werkneemster geschikt achtte voor haar eigen werkzaamheden na het bevallingsverlof. Van een nieuwe ziekmelding is niet gebleken. Niettemin is een hervatting van de werkzaamheden door werkneemster uitgebleven, zodat haar reeds op grond van het eerder besproken artikel 9 van de ABU-CAO geen aanspraak toekomt op loon over de periode vanaf 24 november 2008 tot en met 31 december 2008, waarop de loonvordering van werkneemster (mede) ziet. Met betrekking tot de looninhouding oordeelt de rechter als volgt. Voor de inhouding van € 200,00 biedt de contractuele bepaling van huisvesting in de arbeidsovereenkomst met werkneemster onvoldoende juridische grondslag. Deze bepaling voorziet enkel in een vergoeding van huisvesting van werkneemster en niet van derden. Ten aanzien van de subsidiaire grondslag oordeelt de rechter dat Exotic onvoldoende feiten heeft aangedragen waaruit blijkt dat zij daadwerkelijk schade heeft geleden. De vordering van werkneemster is voor dit deel toewijsbaar.