Rechtspraak
Werkneemster (60 jaar) is sinds 9 februari 1987 bij werkgeefster in dienst als verzorgende C. Werkneemster werkt gemiddeld 28 uren per week, verdeeld over twee locaties van werkgeefster. Door de jaren heen heeft werkneemster wegens verschillende oorzaken een hoeveelheid verlofuren opgebouwd van ongeveer 1.000 uren. Werkneemster wil haar saldo aan verlofdagen gebruiken om deze voorafgaande aan de datum waarop zij haar Flex-pensioen wil laten ingaan, eerst alsdan op te nemen. Onder verwijzing naar het beleid van werkgeefster inzake het reduceren van opgebouwd verlofsaldo heeft werkgeefster een voorstel gedaan waarin werkneemster voor 1 januari 2010 het volledige saldo aan verlofdagen moest hebben weggewerkt. Werkneemster is hiermee en met door werkgeefster aangedragen alternatieven niet akkoord gegaan. Partijen hebben op grond van artikel 96 Rv de kantonrechter verzocht te beslissen op welke wijze de 1.000 uren verlof moeten worden opgenomen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter neemt bij de beoordeling als uitgangspunt het bepaalde in artikel 7:638 BW, inhoudende onder meer dat de werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vaststelt overeenkomstig de wensen van de werknemer tenzij gewichtige redenen zich daartegen verzetten. De wens van werkneemster houdt in dat zij het totaal van de verlofuren ineens direct voorafgaand aan het ingaan van haar Flex-pensioen kan opnemen, zodat zij feitelijk eerder kan stoppen met werken, terwijl zij zich thans nog niet wenst vast te leggen op de datum van ingang van dat pensioen. Het standpunt van werkgeefster komt er op neer dat zij op zich kan instemmen met deze wijze van opname van de verlofuren maar werkgeefster verlangt van werkneemster dat zij thans reeds aangeeft op welke datum zij haar Flex-pensioen wil laten ingaan. Volgens werkgeefster is dit voor haar van belang teneinde haar capaciteitsplanning met het oog op de continuïteit van haar dienstverlening daarop te kunnen aanpassen. De argumenten van de werkgever leveren geen gewichtige reden op als bedoeld in artikel 7:638 BW. Dit betekent dat werkgeefster niet van werkneemster kan verlangen dat zij thans reeds de datum noemt waarop zij met Flex-pensioen zal gaan, teneinde direct daaraan voorafgaand het tegoed aan verlofuren op te nemen, of dat zij haar volledige tegoed aan verlofuren voor 1 januari 2010 opneemt. Het staat werkneemster vrij op een door haar gewenst moment het verlof op te nemen, tenzij er op dat moment gewichtige redenen aan de kant van werkgeefster bestaan die zich daartegen verzetten.