Rechtspraak
Werknemers zijn in 1998 respectievelijk 2001 in dienst getreden van werkgever A. In de individuele arbeidsovereenkomst staan een concurrentiebeding en geheimhoudingsbeding opgenomen. Bij brief van 19 januari 2008 bericht werkgever A dat alle bedrijfsactiviteiten zijn overgenomen door werkgever B. Werknemers hebben vervolgens in maart 2008 hun arbeidsovereenkomst opgezegd. De opzegging is door werkgever B aanvaard. Thans vorderen werkgever A en B naleving van het concurrentiebeding en eisen zij de contractuele boetes op. Volgens werkgevers zouden werknemers direct in dienst van een concurrent zijn getreden, relaties van werkgever te benaderen, laster te verkondigen alsmede onrechtmatige handelingen jegens werkgevers verrichten waardoor de gehele omzet is komen te vervallen. Volgens werknemers is geen sprake van overgang van onderneming, zodat het concurrentiebeding niet langer geldig is. Daarnaast stellen zij zich op het standpunt dat werkgever inferieure goederen aan klanten verkocht, waardoor werkgever hen een dringende reden voor ontslag heeft gegeven. Deze dringende reden heeft tot schadeplichtigheid geleid, waardoor het concurrentiebeding geen werking meer heeft (artikel 7:653 lid 3 BW).
De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werknemers stellen, is wel degelijk sprake van een overgang van onderneming. Dezelfde producten, worden door dezelfde mensen op dezelfde locatie verkocht aan dezelfde klantenkring. Hieruit leidt de kantonrechter af dat de identiteit van de onderneming is bewaard gebleven. Alle rechten en plichten - inclusief het concurrentiebeding - zijn dus overgegaan op werkgever B. Voorts acht de kantonrechter onvoldoende aangetoond dat werkgevers zouden hebben gesjoemeld met producten op een dusdanige structurele wijze, dat hierdoor een dringende reden voor ontslag voor werknemers ontstond. Bijgevolg is het concurrentiebeding van kracht gebleven. De overtredingen van het concurrentiebeding zijn genoegzaam komen vast te staan, zodat de gevorderde boetes voor toewijzing vatbaar zijn. De in reconventie gevorderde gedeeltelijke vernietiging van het concurrentiebeding wordt toegewezen.