Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer (48 jaar) is sinds 1987 in dienst van Alliander. Werknemer heeft als hoofdtaak het verhelpen van storingen aan het gasnet en als “stopwerk” het controleren van (de bereikbaarheid en gangbaarheid van) gasafsluiters c.a. in straatleidingen onder lage druk. Deze gasafsluiters stellen de brandweer in staat om bij calamiteiten op eenvoudige wijze gastoevoer af te sluiten. Werknemer diende zijn werkzaamheden te verantwoorden op afsluitercontroleformulieren en weekstaten. Nadat bij Alliander vermoedens zijn gerezen dat werknemer onjuiste weekstaten invult, is een aantal controles verricht. Deze controles hebben aanleiding gegeven werknemer voor een gesprek uit te nodigen op 9 maart 2009. De brief waarin werknemer voor dit gesprek wordt uitgenodigd, heeft werknemer pas 10 maart 2009 van het postkantoor gehaald. Toch heeft op 9 maart 2009 een gesprek plaatsgevonden waarin werknemer een aantal zaken heeft bekend. Dit heeft geleidt tot schorsing van werknemer. Thans verzoekt Alliander ontbinding van de arbeidsovereenkomst primair wegens dringende reden (fraude en valsheid in geschrift en de interne Nuonregels heeft overtreden waardoor ook de veiligheid in gevaar is gebracht en zich als slecht werknemer heeft gedragen) en subsidiair op grond van een verstoorde arbeidsrelatie. Met name heeft werknemer acht keren op werkgeversformulieren ingevuld dat hij afsluitercontroles heeft uitgevoerd terwijl dat niet het geval was, hij heeft werkzaamheden verzonnen en zomaar wat ingevuld en veel meer tijd geschreven op vier storingsklussen dan hij daadwerkelijk had besteed.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer is op 9 maart 2009 onverwacht en onvoorbereid ontvangen door enkele - in zijn ogen - “hoge pieten” die hem ondervroegen over feiten en feitjes van vele weken daarvoor en hem confronteerden met foto's die zeker niet alle van dien aard waren dat werknemer onmiddellijk moest herkennen welke plekken die betroffen, mede gelet op het feit dat werknemer onbetwist in de betreffende periode 66 afsluitercontroles heeft gedaan c.q. gerapporteerd. Dat werknemer het gesprek - ongeacht de bedoeling van Alliander - als een overdonderend “kruisverhoor” heeft ervaren en toen niet altijd adequaat heeft kunnen reageren, acht de kantonrechter zodanig aannemelijk, dat aan de (betwiste) “bekentenissen” waarop werkgeefster zich beroept voorbij moet worden gegaan. Van belang acht de kantonrechter hierbij dat het op de weg van Alliander had gelegen werknemer op een andere, meer informele wijze uit te nodigen voor het gesprek, zodat het niet ophalen van de aangetekende brief geen consequenties had hoeven te hebben voor Alliander. Aan werkgeefster kan worden toegegeven dat het enkele feit dat werknemer een dienstverband heeft van 22½ jaar, niet meebrengt dat ontbinding buitenproportioneel is. Dat neemt niet weg dat gesteld noch gebleken is dat werknemer in die jaren heeft gedisfunctioneerd of dat hij eerder is aangesproken op onjuist invullen van formulieren en dat dit relevant is bij het antwoord op de in geding zijnde vraag. Aan de Nuon-gedragscode komt in dit verband geen zelfstandige betekenis toe. Vooreerst legt die code - voor zover thans van belang - geen verdergaande verplichtingen op werknemer dan hij reeds heeft als goed werknemer. Verder kan de mededeling op het Nuon-intranet dat bij overtreding ontslag volgt, de kantonrechter niet binden. Alles overziende is de kantonrechter vooreerst van oordeel dat werknemer - zeker waar het betrof de afsluitercontroles, zoals hiervoor gemotiveerd - steken heeft laten vallen, van dien aard dat een schriftelijke berisping (eventueel met aanzegging van ontslag bij herhaling) op haar plaats zou zijn geweest. De kantonrechter is echter tevens van oordeel dat fraude of valsheid in geschrifte (in de gebruikelijke strafrechtelijke betekenis) onvoldoende is komen vast te staan, mede gezien de daarvoor vereiste opzet. Ook overigens kan de kantonrechter niet inzien waarom - nogmaals: na een berisping - van werkgeefster in redelijkheid niet verlangd kon worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren of waarom de vertrouwensbreuk onherstelbaar zou zijn. Bijgevolg zal het ontbindingsverzoek worden afgewezen.