Naar boven ↑

Rechtspraak

In verband met enorme omzetverliezen heeft werkgever in overeenstemming met de ondernemingsraad besloten 17 werknemers te ontslaan. Werknemer heeft zich ziek gemeld en verweert met de stelling dat sprake is van het opzegverbod tijdens ziekte en dat er geen sprake is van verlies, maar van minder winst.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het verzoek houdt geen verband met enig opzegverbod. Werknemer is weliswaar nog steeds ziek, maar het verzoek tot ontbinding berust geheel op verslechterde bedrijfseconomische omstandigheden. Voorts is genoegzaam gebleken dat sprake is van een verlieslijdende situatie. Tijdens de zitting is echter gebleken dat werkgever thans vijf uitzendkrachten fulltime in de afdeling productie te werk heeft gesteld en dat medewerkers van die afdeling hand- en spandiensten verlenen aan magazijnmedewerkers. Ten tijde van de adviesaanvraag aan de OR en het besluit tot reorganisatie waren de omstandigheden onweersproken zodanig dat tot afvloeiing van in totaal 17 werknemers is besloten, maar inmiddels is de situatie in elk geval tijdelijk (zomerseizoen) zodanig verbeterd dat het verzoek tot ontbinding, althans op dit moment, behoort te worden afgewezen: er is meer vraag naar trekhaken en daarom meer werk waarvoor werknemer (mits hersteld) kan worden ingezet. De omstandigheid dat werknemer thans wegens ziekte niet in staat is te werken mag bij dit alles geen rol spelen, omdat de ontbinding anders (mede) op de ziekte van werknemer zou worden gebaseerd.

Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.