Rechtspraak
Werknemer is op 1 april 2000 in dienst van (de rechtsvoorganger van) Fujitsu getreden. Thans verzoekt Fujitsu herroeping van de ontbindingsbeschikking van 12 februari 2008 omdat werknemer bedrog in het geding zou hebben gepleegd (te weten verzwijgen van een andere dienstbetrekking).
De kantonrechter oordeelt als volgt. De beschikking van de kantonrechter d.d. 12 februari 2008 is zodanig opgebouwd dat een eventueel vaststaand feit dat werknemer al ander werk had, wat onder andere van invloed zou kunnen zijn op de beslissing over een eventueel toe te kennen vergoeding, niet ter zake doende was, nu immers een onderzoek naar een dringende reden niet tot positief resultaat voor Fujitsu leidde en een reden voor een eventuele voorwaardelijke ontbinding op grond van andere gewichtige redenen, te weten veranderingen in omstandigheden die billijkheidshalve tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst zouden moeten leiden, niet aanwezig werd geacht op de in de beschikking genoemde redenen, die direct verband hielden met de gefixeerdheid van het verzoek op de gestelde dringende reden. De omstandigheid dat werknemer een andere baan had, is daarop van geen enkele invloed geweest en kon daarop ook geen invloed hebben. Het (vermeende) bedrog zou dus niet tot een ander oordeel geleid hebben. Het verzoek tot herroeping zal behalve worden afgewezen.