Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer (48 jaar), woonachtig te België, is op 12 oktober 1998 in dienst getreden van Trendhopper. Op de arbeidsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing verklaard. Sinds 20 april 2009 is werknemer arbeidsongeschikt. Trendhopper verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische noodzaak (verval van functie werknemer). Werknemer stelt zich op het standpunt dat de kantonrechter onbevoegd is kennis te nemen van de zaak.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ingevolge artikel 20 EEX-Vo kan de werkgever de werknemer slechts oproepen voor het gerecht van de lidstaat op het grondgebied waarvan de werknemer woonplaats heeft. Tussen partijen staat vast dat werknemer zijn woonplaats in België heeft. Dat betekent dat de Belgische rechter bevoegd is kennis te nemen van het onderhavige verzoek. Het verweer van Trendhopper dat de kantonrechter op grond van artikel 28 EEX-Vo en 22 EVEX-Verdrag bevoegd is van haar verzoek kennis te nemen nu er tussen het verzoekschrift van werknemer en de overige zes werknemer een nauwe band bestaat en voorkomen moet worden dat bij afzonderlijke berechting van zaken onverenigbare beslissingen worden gegeven, kan niet slagen. De samenhangende vorderingen in de zin van artikel 28 EEX-Vo betreffen vorderingen tussen dezelfde partijen. In de onderhavige zaak is er maar één “vordering” tussen Trendhopper en werknemer. De overige verzoeken van Trendhopper betreffen immers andere werknemers.

De kantonrechter verklaart zich onbevoegd.