Naar boven ↑

Rechtspraak

Geheimhoudingsplicht artikel 12 Wbp is geen gewichtige reden in de zin van artikel 843a lid 4 Rv om inzage te weigeren

De Vereniging van Internationale Arbeidsrechtbemiddelaars (hierna: VIA) vordert volledige inzage in de ledenadministratie van de Internetvakbond. Volgens VIA is de Internetvakbond toerekenbaar tekortgeschoten en/of heeft zij onrechtmatig jegens VIA gehandeld door haar afspraken met betrekking tot de aanmelding en raadpleging van de leden niet na te komen waardoor er geen CAO tot stand heeft kunnen komen met de Internetvakbond en niet kon worden verzocht om dispensatie van de algemeen verbindend te verklaren ABU-CAO voor de uitzendbranche. VIA heeft gesteld dat zij voldoet aan de drie cumulatieve voorwaarden voor toewijzing van een vordering tot inzage op basis van artikel 843a Rv. De Internetvakbond heeft de primaire vordering tot inzage in de genoemde bescheiden betwist. Zij heeft naar voren gebracht dat er sprake is van gewichtige redenen in de zin van artikel 843a lid 4 Rv. Het verlenen van inzage in de ledenadministratie zou een schending van de wettelijke geheimhoudingsplicht van artikel 12 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) betekenen. Verder heeft zij gesteld dat een behoorlijke rechtspleging ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd aangezien het bewijs van de gestelde feiten ook in het kader van een getuigenverhoor kan worden verkregen.

De rechtbank oordeelt als volgt. VIA voldoet aan de eisen van artikel 843a Rv en heeft zodoende in beginsel een recht op inzage in de genoemde bescheiden. De vraag die vervolgens voorligt is dan of er niet een gewichtige reden is waarom de Internetvakbond niet aan de verplichting tot inzage behoeft te voldoen danwel of een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens kan worden verlangd. Niet zonder meer kan worden geconcludeerd dat de geheimhoudingsverplichting ex artikel 12 Wbp een gewichtige reden in de zin van het vierde lid van artikel 843a Rv oplevert. Volgens de wetsgeschiedenis is bij gewichtige reden immers vooral gedacht aan vertrouwelijke gegevens, zoals die met betrekking tot seksuele geaardheid, medische status of financiƫle positie. Het gaat in dit geschil echter slechts om de ledenadministratie van de Internetvakbond en de wijze waarop de ledenraadpleging heeft plaatsgevonden, hetgeen volgens VIA op onzorgvuldige wijze heeft plaatsgehad. Bij de beoordeling dient verder te worden meegenomen dat inzage in de gevraagde informatie van groot belang is voor de afloop van de procedure. Het feit dat de desbetreffende informatie eventueel vertrouwelijk is, dient daartegen te worden afgewogen. Het recht op bescherming van persoonsgegevens is immers geen absoluut recht en het enkele gegeven dat potentiƫle leden terughoudend zouden kunnen worden met het aanmelden als lid, omdat hun lidmaatschap anders wellicht bekend wordt aan derden, prevaleert dan ook niet zonder meer boven het belang van VIA om gemotiveerd te kunnen stellen en zo nodig te bewijzen dat afspraken met betrekking tot het inschrijven van nieuwe leden en het raadplegen van die leden door de Internetvakbond zijn geschonden. De rechtbank is van oordeel dat het belang van VIA in dit geval zwaarder dient te wegen, te meer nu VIA juist in het belang van die leden van de Internetvakbond een CAO wenste af te sluiten en de aanbreng van leden en de ledenraadpleging in dat kader gestalte dienden te krijgen. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat niet kan worden geoordeeld dat er sprake is van gewichtige redenen aan de zijde van de Internetvakbond die in de weg staan aan het recht op inzage van VIA.

Volgt toewijzing vordering.

  • Wetsartikelen: 12 Wbp en 843a Rv
  • Trefwoorden: inzagevordering 843a Rv, gewichtige reden 843a Rv, geheimhoudingsplicht en Wet bescherming persoonsgegevens