Rechtspraak
Werknemer (zoon van werkgever) is sinds 1990 in dienst van werkgever. Op de arbeidsovereenkomst is (sinds 2005) de CAO Metalektro van toepassing. Tussen partijen is in 2007 een arbeidsconflict ontstaan. De arbeidsovereenkomst is op verzoek van werknemer door de kantonrechter per 1 januari 2008 ontbonden wegens gewichtige redenen. Daarbij is aan werknemer een vergoeding toegekend van € 213.500. Werknemer vordert thans uitbetaling van 2230 overuren, niet-genoten vakantie- en ATV-dagen. Werkgever verweert met de stelling dat niet de CAO Metalektro, maar de CAO voor het Hoger Personeel in de Metalelektro van toepassing is. Voorts stelt werkgever dat de vordering moet worden gezien in de bijzondere familieverhoudingen tussen werkgever en werknemer (familiebedrijf).
De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de feiten en omstandigheden blijkt dat niet de CAO Metalektro maar de CAO voor het Hoger Personeel in de Metalelektro van toepassing is. Dit brengt met zich dat werknemer geen recht heeft op overwerkvergoeding. Met betrekking tot de vakantie- en ATV-dagen oordeelt de kantonrechter dat zowel werknemer als werkgever hun relatie primair in de familiesfeer (en niet in de arbeidsrelatie) vonden. Dit blijkt ook uit het feit dat werknemer deelde in de winst van werkgever en tamelijk informeel met werkgever omging op het punt van arbeidstijden, zonder daar ooit over te hebben geklaagd. Voorts heeft werknemer eerst na de ontbinding van de arbeidsovereenkomst nakoming van de vakantiedagen gevorderd. Dit alles brengt met zich dat werkgever een gerechtvaardigd vertrouwen had dat werknemer geen vorderingen uit dien hoofde op werkgever zou stellen.
Volgt afwijzing vorderingen werknemer.