Werkneemster (40 jaar) is sinds 21 augustus 1998 in dienst van Fluke Biomedical (hierna: Fluke) in de functie van strategisch account manager. Fluke verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische noodzaak. Volgens haar dient het verkoopteam Europa (bestaande uit vijf personen) te worden gereduceerd tot een persoon. Werkneemster betwist dat sprake is van een noodzaak tot inkrimping en meent dat zij - vanwege haar lange staat van dienst - niet voor ontslag in aanmerking komt. Ten slotte meent werkneemster dat haar ontslag waarschijnlijk verband houdt met haar onlangs genoten ouderschapsverlof en verzoek tot vermindering van de arbeidsduur in verband met moederschap.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het staat een werkgever in beginsel vrij zijn organisatie zo in te richten als het hem het beste voorkomt, maar indien daarbij ontslagen aan de orde zijn dient wel getoetst te kunnen worden of daarbij de geldende normen in acht zijn genomen. Fluke heeft evenwel de bedrijfseconomische noodzaak tot inkrimping van het verkoopteam Europa onvoldoende aangetoond. Voorts heeft Fluke geen duidelijk weerwoord geboden op de stelling van werkneemster dat zij - vanwege haar lange dienstverband - als enig overblijvende werknemer in aanmerking zou komen. Deze beide feiten geven voedsel aan de veronderstelling dat het inderdaad het moederschap en het verlangen minder te gaan werken zijn geweest die ertoe hebben geleid dat er is beslist dat verzocht zou moeten worden het dienstverband met werkneemster te mogen beëindigen. Elk signaal dat bijdraagt aan de gedachte dat dit soort ontslagoverwegingen gehonoreerd worden dient te worden vermeden, en daarom zal de kantonrechter het ontbindingsverzoek afwijzen.