Naar boven ↑

Rechtspraak

Loonvordering met een beroep op artikel 12 Wet CAO naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar

Werknemer is van 23 oktober 2006 tot en met 4 januari 2008 in dienst geweest van De Vries. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO van het Bouwbedrijf van toepassing. Op verzoek van werknemer is een salaris van € 10,96 overeen gekomen, zodat werknemer daarnaast zijn WAO-uitkering zou behouden. De cao schrijft evenwel een uurloon van € 13,20 tot € 13,73 voor. Thans vordert werknemer alsnog het cao-loon.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De afwijkende afspraak is in beginsel nietig (want in strijd met de cao), behoudens zodanig zwaarwegende omstandigheden dat handhaving van de CAO naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Naar het oordeel van de kantonrechter doen zich dergelijke zwaarwegende omstandigheden voor. Hiertoe overweegt de kantonrechter dat werknemer zich, alvorens met De Vries afspraken te maken over het uurloon en voordat hij bij De Vries in dienst is getreden, heeft laten adviseren door een financieel adviseur. Ingegeven door zijn streven om zijn WAO-uitkering niet in gevaar te brengen, heeft werknemer willens en wetens met De Vries afgesproken om voor € 10,96 per uur te gaan werken. Onder deze omstandigheden oordeelt de kantonrechter dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat De Vries na afloop van het dienstverband, wanneer werknemer kennelijk tot het voortschrijdend inzicht is gekomen dat zijn WAO-uitkering bij een hoger uurloon toch niet in gevaar zou zijn gekomen, een aanmerkelijk bedrag aan achterstallig loon (en wettelijke verhoging) zou moeten betalen aan werknemer. Gesteld noch gebleken is dat werknemer de afspraak over het uurloon van € 10,96 heeft gemaakt onder druk van de omstandigheden of dat hij anderszins zijn wil niet (goed) heeft kunnen bepalen. Het gaat dan ook niet aan dat werknemer op een later moment naar zijn believen op de juist in zijn belang gemaakte afspraak terugkomt en De Vries daarvan de rekening presenteert.

Volgt afwijzing loonvordering.