Naar boven ↑

Rechtspraak

Verkeerde werkgever verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Opzegverbod zwangerschap niet van toepassing bij bedrijfsecnomisch ontslag

Werkneemster (34 jaar) is op 1 juni 2008 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) Mark Two Communications, in de functie van event- en communicatiemanager. Vanaf 12 mei 2009 is werkneemster arbeidsongeschikt wegens ziekte. Thans verzoekt Mark Two Communications ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische noodzaak. Op basis van het afspiegelingsbeginsel is de functie van werkneemster komen te vervallen, aldus Mark Two Communications. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat de verkeerde werkgever de ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzoekt, zodat Mark Two Communications niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Voorts stelt werkneemster voor een belangrijk deel andere werkzaamheden te verrichten, dan de vervallen functie met zich brengt. Ten slotte zou de ware reden van het ontslag zijn gelegen in haar zwangerschap.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Naar de kantonrechter uit de overgelegde uittreksels uit het handelsregister van de kamer van koophandel heeft kunnen opmaken, is Mark Two Communications BV als bv opgevolgd door Medialert Projecten BV, handelend onder de naam Mark Two Communications. De activiteiten zijn niet veranderd, zodat het hoofdzakelijk lijkt te zijn gegaan om een verandering van de naam. Handelsnaam en bv-naam zijn omgedraaid. Voor zover ook daadwerkelijk activa en passiva zijn overgedragen, betreft het hoofdzakelijk personele contracten en onderhanden werk, van geringe aard. Onder die omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat, onder aanhaling van het arrest van de Hoge Raad d.d. 10 september 1993, NJ 1993, 777, een nieuwe procedure tegen de verkrijger zou leiden tot een weinig praktisch resultaat, mede nu het de kantonrechter duidelijk is geworden dat het om precies dezelfde onderneming gaat, die er bovendien erg slecht voorstaat, zodat onmiddellijk ingrijpen geboden is. Hoewel een werkneemster tijdens de zwangerschap door de ontslagwetgeving, in de vorm van een opzegverbod, beschermd wordt, is deze bescherming niet van toepassing, indien aannemelijk is geworden dat de dienstbetrekking eindigt om dringende financiële redenen. De kantonrechter acht het verder billijk dat een vergoeding wordt toegekend. De door werkneemster aangevoerde omstandigheid dat zij in haar privésituatie een nieuw huis heeft gekocht en dat het inkomen van haar partner niet zo zeker is, vormt onvoldoende basis om een veel hogere vergoeding toe te kennen dan in casu billijk is. Ook acht de kantonrechter de omstandigheid dat Mark Two Communications aan werkneemster nog pas kortgeleden extra uren heeft aangeboden zodat het ontslag voor haar nu des te harder aankomt, onvoldoende reden om de vergoeding hoger vast te stellen. De toe te kennen vergoeding wordt immers over het nieuwe salaris berekend. De vergoeding zal € 8.500 bruto bedragen, met name bedoeld ter aanvulling op te verkrijgen sociale verzekeringsuitkeringen tijdens en na de zwangerschap.

Volgt ontbinding van de arbeidsovereenkomst.