Naar boven ↑

Rechtspraak

Afwijzing ontbindingsverzoek tijdens opzegtermijn wegens onvoldoende tijd voor zorgvuldig onderzoek habe-nichts-habe-wenig-verweer werkgever

Werkneemster (58 jaar) is op 1 maart 2002 in dienst van Salto getreden als counselor. Wegens bedrijfseconomische omstandigheden heeft Salto de arbeidsovereenkomst van werkneemster (en 28 collega-werknemers) met toestemming van het UWV WERKbedrijf opgezegd per 1 november 2009. Werkneemster heeft tijdens de opzegtermijn een ontbindingsverzoek ingediend bij de kantonrechter met als doel het verkrijgen van een ontslagvergoeding.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkneemster is ontvankelijk in haar verzoek. Toewijzing van het verzoek heeft alleen zin, indien aan werkneemster een vergoeding zal worden toegewezen. Salto heeft een habe nichts, habe wenig verweer gevoerd. Voor de juistheid van de stellingen van Salto en werkneemster, zou de rechter meer tijd nodig hebben. Deze tijd heeft de rechter niet omdat de arbeidsovereenkomst per 1 november 2009 eindigt en de zitting thans, op 30 oktober 2009, plaatsvindt. De kantonrechter heeft derhalve maar 1 dag om de beschikking te wijzen. Dit korte tijdbestek heeft tot gevolg dat het niet mogelijk is om een volledig en juist beeld te vormen van de (ernst van de) financiƫle situatie van Salto. Een geforceerde beslissing ten gunste van werkneemster doet geen recht aan deze zaak en zou een precedentwerking kunnen hebben. Werkneemster dient derhalve de 681-procedure te volgen.

Volgt afwijzing ontbindingsverzoek.