Werkneemster is sinds 1 januari 1988 in dienst van het Medisch Centrum Leeuwarden (MCL). Op 6 juni 2006 heeft werkneemster zich ziek gemeld wegens een hartinfarct. De bedrijfsarts acht werkneemster op 9 oktober 2007 in staat om binnen korte tijd (zes weken) weer volledig arbeidsgeschikt te zijn. Het MCL meldt werkneemster voor 95% beter, maar hanteert voor de laatste 5% een proefperiode van zes maanden welke op 1 juni 2008 zou eindigen. Op 27 juni 2008 meldt werkneemster zich ziek wegens een luchtweginfectie. MCL heeft de loondoorbetaling gestaakt, stellende dat werkneemster aansluitend ziek is geworden en de 104 weken loondoorbetaling tijdens ziekte per 1 maart 2009 zijn verstreken. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat zij veel eerder volledig arbeidsgeschikt was en haar de administratieve handeling (beterverklaring) niet mag worden tegengeworpen. Zij vordert derhalve loon.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Voor toepassing van de zogenoemde 'zes maanden proeftijd van 95%' is geen goede reden aan te voeren. Temeer nu de bedrijfsarts had geadviseerd op korte termijn volledig te re-integreren. Daarbij komt dat werkneemster in ieder geval vanaf eind mei 2008 ook de MCL volledig arbeidsgeschikt werd geacht. Met de ziekmelding op 27 juni 2008 is derhalve een nieuwe loondoorbetalingstermijn aangevangen. De administratieve hersteldmelding van 1 juni 2008 staat daaraan niet in de weg. Dat werkneemster voorts geen oordeel ex artikel 7:629a BW heeft overlegd, doet niet ter zake omdat die eis niet geldt in kort geding.

Volgt toewijzing loonvordering werkneemster.