Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkgever is verplicht premies te betalen aan Stichting prepensioen op grond van het Protocol Onderhandelingsakkoord, nog voordat de pensioenregeling verplicht is gesteld door de minister van SZW

Werkgever was lid van Transport en Logistiek Nederland (TLN). Tussen TLN en de bonden is een 'Protocol Onderhandelingsakkoord' tot stand gekomen. Daarin is tevens een prepensioenregeling opgenomen. Deze prepensioenregeling is door de minister van SZW krachtens de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds per 20 februari 2003 verplicht gesteld. Het protocol is nimmer aangemeld als CAO. Het Prepensioenfonds vordert thans een verklaring voor recht dat werkgever premie aan haar is verschuldigd over de periode van 1 januari 2002 tot 20 februari 2003 op grond van het Protocol Onderhandelingsakkoord van 29 september 2000. Daarnaast vordert zij wettelijke rente. Werkgever stelt zich op het standpunt dat hij voor 20 februari 2003 niet gebonden was aan de prepensioenregeling.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Hij acht zich bevoegd op grond van artikel 216 Pensioenwet en artikel 25 Wet verplichte deelneming bedrijfstakpensioenfonds, ook al valt het Protocol niet onder een van de genoemde documenten van artikel 216 Pensioenwet. Op grond van de CAO-norm komt de kantonrechter tot zijn oordeel dat krachtens het Protocol de ingangsdatum van de prepensioenregeling op 1 januari 2002 is gesteld. Aan de door werkgever gestelde bedoeling van de regeling komt geen of nauwelijks betekenis toe, daar een schriftelijke toelichting niet bestaat en de bedoeling ook niet uit de objectieve bewoording van de tekst blijkt.

De vordering van de Stichting prepensioen wordt toegewezen.

  • Wetsartikelen: Wet verplichte deelname bedrijfstakpensioenfonds
  • Onderwerpen: Pensioen
  • Trefwoorden: pensioen, verplichte deelname bedrijfstakpensioenfonds, verschuldigde premies en gebondenheid op basis van protocol