Naar boven ↑

Rechtspraak

Geen schending zorgplicht ex artikel 7:658 BW bij dodelijk ongeval werknemer ondanks boeteoplegging Arbeidsinspectie wegens schending Arbowet en -besluit

Werknemer was sinds 1989 in dienst van werkgever in de functie van monteur. Werknemer is in de uitoefening van zijn werkzaamheden een ongeval overkomen met een aardappelpootmachine. Aan de gevolgen van dit ongeval is werknemer overleden. De Arbeidsinspectie heeft de werkgever op grond van artikel 16 lid 10 Arbeidsomstandighedenwet in verband met artikel 7.5 lid 5 Arbeidsomstandighedenbesluit een boete opgelegd, wegens het ontbreken van veiligheidsstaven. Thans vorderen de nabestaanden van werknemer schadevergoeding op grond van artikel 7:658 BW. Volgens de nabestaanden van werknemer staat met de boeteoplegging van de Arbeidsinspectie de civielrechtelijk aansprakelijkheid vast.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Artikel 7: 658 BW beoogt niet een absolute waarborg te scheppen voor bescherming tegen gevaar. De werkgever dient die maatregelen te nemen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Wat van de werkgever in redelijkheid mag worden verwacht, hangt af van de omstandigheden van het geval. Bepalingen bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet zijn mede van belang voor de omlijning van de door de werkgever jegens zijn werknemer te betrachten zorgplicht (vergelijk Hoge Raad, 27 april 2007, NJ 2008, 462). Met het enkele oordeel van de Arbeidsinspectie dat dergelijke bepalingen niet in acht zijn genomen, staat niet al vast dat de werkgever is tekortgeschoten in die zorgplicht. Omdat werknemer zelf een zeer ervaren monteur was, hij drie maanden voor het ongeval zelf tijdens een toolboxmeeting wees op het belang van het plaatsen van veiligheidstaven, mocht in casu de werkgever erop vertrouwen dat werknemer voldoende gewaarschuwd was in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Werkgever heeft derhalve zijn zorgplicht niet geschonden.

Volgt afwijzing vordering.