Werkneemster is vanaf september 2006 in dienst van ABN AMRO op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Deze arbeidsovereenkomst is steeds verlengd. Op de arbeidsrelatie is de ABN AMRO CAO van toepassing. Deze CAO staat slechts in een limitatief aantal situaties tijdelijke contracten toe. De werknemer stelt zich thans op het standpunt dat haar laatste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet van rechtswege is geëindigd, maar dat zij al die tijd op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in dienst is. Zij vordert derhalve wedertewerkstelling.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De bank heeft in strijd met de CAO gehandeld door met werkneemster achtereenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan te gaan, zonder dat sprake is van een omstandigheid waarin dat de bank krachtens de CAO is toegestaan. De toegestane grond 'piekwerk' is in casu niet van toepassing, daar het werk van werkneemster in de litigieuze jaren stabiel is gebleken. Kennelijk heeft de bank miskend, dat het vaste dienstverband, voor onbepaalde tijd, de regel is en de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd de uitzondering.

Volgt toewijzing vordering werkneemster.