Rechtspraak
Werkneemster is sinds 1 december 1983 in dienst van Ucosan (Villeroy : Boch Wellness), laatstelijk in de functie van Wellness Supply Chain Manager tegen een bruto salaris van € 6.731 exclusief bonussen. Begin 2009 heeft er een reorganisatie plaats gevonden bij Ucosan. Volgens Ucosan was werkneemster niet in staat de aangepaste functie van Supply Chain Management West-Europe te verrichten. Werkneemster stelde zich op het standpunt dat zij wel geschikt was voor deze nieuwe functie. Omdat partijen er onderling niet uitkwamen heeft Ucosan een objectieve derde aangewezen die werkneemster moest toetsen op haar competenties. Ondertussen werd werkneemster op non-actief gesteld. De objectieve derde acht werkneemster in staat de nieuwe functie te verrichten, maar inmiddels weigert werkneemster daaraan mee te werken. Thans verzoekt Ucosan ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsrelatie.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Er is sprake van een verstoorde arbeidsrelatie, zodat ontbinding zal volgen. Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende aannemelijk geworden dat de verstoorde verhoudingen met name te wijten zijn aan het handelen dan wel het nalaten van Ucosan. Vaststaat dat door het doorvoeren van een reorganisatie de door werkneemster vervulde functie is gewijzigd in benaming en inhoud. Indien Ucosan als werkgever vervolgens van mening is dat werkneemster om welke reden dan ook niet geschikt is voor de gewijzigde functie, dient zij als goed werkgever dat op een behoorlijke wijze te onderbouwen. Als onvoldoende betwist is aannemelijk geworden dat werkneemster meerdere malen uitleg heeft gevraagd waarom zij voor de gewijzigde functie niet geschikt zou zijn. Daarop is nimmer een deugdelijke verklaring gekomen. De enkele stelling dat zij niet gestructureerd zou zijn in haar werk terwijl dit nimmer eerder aan haar was kenbaar gemaakt is gelet op haar onbetwist goede functioneren tot dan toe onvoldoende. Van Ucosan als werkgeefster mag op dit punt meer worden verwacht. De inschakeling van de objectief derde persoon heeft pas laat plaatsgevonden.
Volgt ontbinding van een C=1,5. Daarbij wordt de gegarandeerde bonus als vast looncomponent meegewogen, hetgeen resulteert in een vergoeding van € 262.500 bruto.