Rechtspraak
Werknemer (38 jaar) is sinds maart 1997 in dienst van Wilgenhaege Financieel Adviesgroep BV, laatstelijk in de functie van adviseur Financiële Planning. Wegens bedrijfseconomische omstandigheden is de afdeling Financiële Planning vanaf 2009 opgeheven. Thans verzoekt Wilgenhaege ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werknemer verweert dat ontbindng onder een hoge C-factor en verdiscontering van zijn provisies in de B-factor dient plaats te vinden.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Wilgenhaege heeft de financiële noodzaak voldoende aannemelijk gemaakt. Ook valt haar geen verwijt te maken. Het beroep van werknemer op het gelijkheidsbeginsel faalt. Hoewel werknemer een C=1 wordt aangeboden terwijl collega-werknemers een C=1,5 werden aangeboden, moet in ogenschouw worden genomen dat dit aanbod aan werknemers werd gedaan die in onderhandeling zijn getreden met Wilgenhaege en reeds per 1 april 2009 ontslag hadden genomen. De gevallen zijn derhalve niet vergelijkbaar. De kantonrechter ontbindt daarom met een neutrale C-factor. De provisies worden niet meegewogen in de B-factor, omdat geen sprake is van structurele looncomponenten.