Naar boven ↑

Rechtspraak

Een goed werknemer dient zijn werkgever te informeren over het bestaan van een stamrechtconstructie bij gebreke waarvan de werkgever enkel gehouden is nettobedrag aan schadevergoeding te betalen

Bevo is onherroepelijk veroordeeld tot betaling van pensioenschade aan werknemer. Partijen zijn verdeeld over het antwoord op de vraag of Bevo het bruto of nettobedrag aan schadevergoeding moet betalen. Devo heeft hierbij aangevoerd dat zij slechts gehouden was tot betaling van het netto equivalent van de voor pensioenschade en pensioenpremie te betalen vergoedingen, omdat zij inhoudingsplichtige in de zin van artikel 6 Wet op de Loonbelasting 1964 (Wet LB) is en dus loonbelasting dient in te houden over de te betalen vergoedingen. Er was volgens haar geen aanleiding om de volledige bedragen te betalen, omdat werknemer niet tijdig heeft aangegeven hoe hij de schadevergoeding uitgekeerd wenste te zien en niet heeft onderbouwd dat het over te maken bedrag daadwerkelijk zou worden aangewend voor een stamrecht. Nu Devo niet zeker was dat zij niet zou worden geconfronteerd met een mogelijke naheffing, heeft zij terecht loonheffing ingehouden en slechts de netto bedragen op de derdenrekening overgemaakt, aldus Devo. Werknemer heeft betwist dat Devo het vonnis volledig is nagekomen en heeft hiertoe aangevoerd dat hij Devo uitdrukkelijk en tijdig heeft gevraagd om de bedragen voor pensioenschade en pensioenpremie integraal op de derdenrekening van zijn advocaat over te maken ten behoeve van de vestiging van een stamrecht. Als gevolg hiervan heeft werknemer beslag gelegd onder een aantal debiteuren van Bevo.

De executierechter oordeelt als volgt. Het ligt op de weg van de werknemer die gebruik wenst te maken van een stamrechtconstructie, zijn werkgever afdoende informatie te verschaffen opdat deze kan beoordelen of hij gehouden is loonbelasting over de te betalen vergoeding in te houden, zulks teneinde te voorkomen dat de werkgever in de toekomst wordt geconfronteerd met een naheffing van de Belastingdienst. Aannemelijk is geworden dat Devo in het onderhavige geval mocht aannemen dat zij gehouden was om loonbelasting in te houden op de aan werknemer te betalen bedragen. De eisen van goed werknemerschap brengen met zich dat werknemer Bevo had geïnformeerd en documenten had overlegd dat een stamrechtconstructie tot stand was gekomen.

Volgt opheffing beslag.

  • Wetsartikelen: 6 Wet op de loonbelasting, 10 Wet op de loonbelasting en 7:611 BW
  • Onderwerpen: Fiscaliteiten
  • Trefwoorden: executiegeschil, netto of brutoschadevergoeding?, stamrechtconstructie, goed werknemerschap en informatieplicht