Rechtspraak
Werknemer stelt Volker Rail aansprakelijk op grond van artikel 7:658 en 7:681 BW. Met betrekking tot de 658-vordering is met de verzekeraar van Volker Rail een schikking getroffen en finale kwijting verleend. Thans vordert werknemer schadevergoeding op grond van artikel 7:681 BW waarbij hij aansluiting zoekt bij de kantonrechtersformule met C=1,5. Daartoe voert werknemer aan dat de arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt door (werken bij) Volker Rail en dat Volker Rail haar re-integratieverplichtingen heeft geschonden.
De kantonrechter oordeelt als volgt. In de vaststellingsovereenkomst is de kennelijk onredelijk ontslagprocedure expliciet buiten finale kwijting gehouden. Anders dan Volker Rail betoogt kan werknemer derhalve wel degelijk een 681-vordering instellen. Wel oordeelt de kantonrechter dat de arbeidsongeschiktheid die ook ten grondslag lag aan de 658-vordering, thans buiten beschouwing dient te blijven omdat hieromtrent reeds een schikking is bereikt en schadevergoeding is betaald. Zodoende dient de eerste grondslag van de vordering (causaal verband tussen werk en arbeidsongeschiktheid) buiten beschouwing te blijven.
Toetsing aan de overige omstandigheden van het geval, brengt de kantonrechter tot het oordeel dat sprake is van kennelijke onredelijkheid van het ontslag, gelegen in schending van de re-integratieverplichtingen van Volker Rail. Volker Rail heeft werknemer te weinig ontzien en toch steeds rugbelastende werkzaamheden laten verrichten. Voorts spelen ook de leeftijd (44 jaar), lange staat van goede dienst (17 jaar) en slechte positie op de arbeidsmarkt een rol.
De wezenlijke verschillen in karakter tussen de procedures op grond van de artikelen 7:681 en 7:685 BW staan daaraan niet in de weg op grond van het volgende. In wezen behelst de gebruikelijke wijze van berekening van een ontbindingsvergoeding ('kantonrechtersformule') een - deels - uniforme weging van factoren die er toe leidt dat in vergelijkbare zaken een vergelijkbare uitkomst wordt bewerkstelligd. In de formule wordt rekening gehouden met
elementen die ook voor toekenning van de onderhavige vergoeding van belang zijn (leeftijd en diensttijd, die mede de gevolgen voor de werknemer bepalen en die van invloed zijn op de kansen op de arbeidsmarkt, en genoten inkomen) terwijl in de zogenoemde c-factor de overige omstandigheden van het geval ten volle kunnen meewegen. Deze weging komt ook tot uiting in in de x-, y- en z-factoren zoals deze worden gehanteerd in het arrest van het Gerechtshof te Arnhem d.d. 7 juli 2009 (LJN: BJ1688). De door de kantonrechter van belang geachte omstandigheden worden meegewogen in het kader van de vaststelling van de hoogte van de correctiefactor c van de Aanbevelingen van de Kring van Kantonrechters, zoals deze vóór 1 januari 2009 hebben gegolden. De beschreven omstandigheden, in het bijzonder de verwijtbaarheid ter zake de re-integratie aan de zijde van Volker Rail moeten enerzijds leiden tot een verhoging van de c-factor, terwijl er anderzijds redenen zijn deze naar beneden bij te stellen, in het bijzonder gelet op hetgeen Volker Rail reeds in financieel opzicht voor werknemer heeft gedaan en doet (loondoorbetaling tijdens ziekte tot 100% en aanvulling pensioen tot 65-jarige leeftijd). Alle omstandigheden afwegende acht de kantonrechter het juist de c-factor te stellen op 0,7.