Werknemer is als uitzendkracht in dienst van Anfa. Op 12 juni 2007 is hij door Anfa aan Asito uitgeleend om schoonmaakwerkzaamheden te verrichten. Tijdens deze werkzaamheden heeft werknemer ernstig letsel opgelopen aan zijn enkel. De Arbeidsinspectie heeft aan Asito een boete opgelegd op grond van artikel 7.17c lid 2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, wegens het laten meerijden van werknemer op de zogenoemde STILL terwijl dit uitdrukkelijk was verboden en tijdens dit meerijden een container is gekanteld waardoor het letsel is ontstaan. De kantonrechter heeft de vordering van werknemer afgewezen wegens 'opzettelijk veroorzaken van letsel'. Tegen dit oordeel keert werknemer zich in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. Er is geen sprake van opzet of bewuste roekeloosheid. De stelling dat werknemer het ongeval in scene zou hebben gezet, om zijn reeds bestaande letsel te kunnen verhalen op werkgever(s), acht het hof onvoldoende aannemelijk gemaakt. Met betrekking tot de schending van de zorgplicht overweegt het hof dat werkgever(s) het Arbeidsomstandighedenbesluit hebben overtreden. Voorts is komen vast te staan dat werknemer uiteindelijk is meegereden op de STILL terwijl dit verboden was en de bestuurder van de STILL ook wist dat dit het geval was. Het beroep van Anfa op de stelling dat Asito zorg zou dragen voor een veilige werkomgeving, doet hieraan niet af. Zowel de materiële als formele werkgever zijn hoofdelijk aansprakelijk.