werknemer/Van Lanschot

Werknemer (54 jaar) is op 1 juli 2000 bij Van Lanschot in dienst getreden, laatstelijk in de functie van Private Banker. Nadat Van Lanschot werknemer heeft geconfronteerd met onjuiste aantekeningen van cliënten in een door haar gevoerd computersysteem (Siebel) alsmede naar aanleiding van een controle door de afdeling Compliance een onderzoek naar het declaratiegedrag van werknemer laat instellen, verzoekt werknemer zelf ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens werknemer duurt het compliance-onderzoek te lang en heeft dit een beschadigend effect voor zijn reputatie. Van Lanschot doet een zelfstandig tegenverzoek.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter stelt voorop dat van medewerkers bij financiële instellingen grote zorgvuldigheid mag worden verwacht en dat aan de integriteit van die medewerkers hoge eisen mogen worden gesteld. Ten aanzien van de positie van werknemer stelt de kantonrechter vast dat hij een goedbetaalde en verantwoordelijke functie bekleedde. Werknemer had dan ook zorgvuldig en voorzichtig moeten omgaan met de aantekeningen van cliënten in het computersysteem. Er valt werknemer dan ook een verwijt te maken. Dit verwijt is echter onvoldoende om tot ontbinding op grond van een dringende reden over te gaan. Met betrekking tot het declaratiegedrag van werknemer, merkt de kantonrechter op dat de declaraties steeds zijn geaccordeerd door leidinggevenden. Derhalve wordt ontbonden op grond van veranderingen van de omstandigheden. De kantonrechter acht de zorgen van Van Lanschot over de betrouwbaarheid van Siebel voldoende zwaarwegend om op dit punt sterk corrigerend op te treden wat de vergoeding betreft, mede gezien de zorgplicht ten opzichte van haar cliënten.

Volgt ontbinding met een C=0,25.