Rechtspraak
Sigarenzaak/werknemer
Werkgever exploiteert een sigarenspeciaalzaak. Op 30 augustus 2006 heeft werkgever werkneemster op staande voet ontslagen wegens verduistering. De politierechter heeft – aan de hand van bankafschriften van werkneemster opgenomen in het proces-verbaal van de politie – werkneemster veroordeeld tot 140 uur werkstraf en tot betaling van een bedrag van € 19.461,12 aan voorschot op de door werkgever geleden schade. Thans vordert werkgever aanvullende schadevergoeding alsmede inzage in de bankafschriften van werkneemster en haar zoon.
De rechtbank oordeelt als volgt. Tussen partijen is onomstreden dat werkneemster tijdens haar dienstverband met werkgever diverse malen aan werkgever toebehorende gelden heeft verduisterd. Evenmin is in debat dat werkneemster daardoor onrechtmatig tegenover werkgever heeft gehandeld, dat dat onrechtmatig handelen de in artikel 7:661 BW neergelegde drempel voor aansprakelijkheid overschrijdt en dat werkneemster als gevolg van een en ander gehouden is de door werkgever terzake geleden schade te vergoeden. Anders dan werkgever, ziet de rechtbank geen aanleiding inzage in de bankafschriften van werkneemster te gelasten, nu deze reeds door de politie middels een proces-verbaal in het (straf)geding zijn gebracht. Uit voormeld proces-verbaal blijkt dat aan de hand van de bankafschriften is vastgesteld dat werkneemster in 2005 en 2006, in totaal € 13.810 heeft gestort op de bankrekeningen van zichzelf en haar zoon. Anderzijds heeft werkneemster op 10 oktober 2006 tegenover de politie verklaard dat zij ‘ongeveer 90% van het door haar gestolen geld op de bankrekeningen heeft gestort en dat zij het overige deel op een andere manier heeft uitgegeven’. Daardoor moet worden aangenomen dat werkneemster minimaal € 15.344 (zijnde 100% met € 13.810 als 90%) van werkgever heeft ontvreemd in plaats van het thans door haar erkende bedrag van € 14.141, zodat werkneemster het meerdere ad € 1.203 aan werkgever dient te vergoeden.
Met betrekking tot de gestelde schade uit hoofde van de Lotto-administratie, overweegt de rechtbank dat de verkoop van de Lotto-kaarten chaotisch verliep en administratief onjuist en onvolledig zijn genoteerd. Dit komt van rekening en risico van werkgever, zodat vorderingen gebaseerd op deze administratie terzijde dienen te worden gesteld.
Volgt gedeeltelijke toewijzing vordering werkgever.