Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland, 8 februari 2010
ECLI:NL:RBLEE:2010:BL2844
Vereniging voor Vreemdelingenverkeer Ameland/werkneemster
Werkneemster is sinds 1989 in dienst van de Vereniging voor Vreemdelingenverkeer Ameland (VVV), in de functie van informatrice. VVV verleent verschillende diensten, waaronder het promoten en bemiddelen inzake verblijfsaccommodaties van haar leden. VVV ontvangt daarvoor een provisie van 8% of 12% van het verhuurbedrag, afhankelijk van de wijze van bemiddeling. Via VVV worden de accommodaties van de leden aangeboden. Gebleken is dat werkneemster haar accommodaties heeft bevoorrecht boven andere via VVV aangeboden accommodaties. Voorts zou werkneemster buiten VVV om boekingen hebben gedaan en onjuiste informatie hebben verstrekt. Thans verzoekt VVV ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Naar het oordeel van de kantonrechter brengt het vereiste van goed werknemerschap hier met zich dat werknemers van VVV, die zich in een positie bevinden waarbij zij zichzelf kunnen bevoordelen ten koste van anderen, zich daarvan bewust dienen te zijn en zich van eigen bevoordeling dienen te onthouden en zich bij de uitoefening van hun werkzaamheden zodanig dienen op te stellen dat ook maar de schijn daarvan wordt vermeden. Werkneemster heeft hiervan onvoldoende blijk gegeven. Naar het oordeel van de kantonrechter is het al met al voldoende aannemelijk geworden dat werkneemster bij het presenteren van accommodaties aan potentiƫle gasten meerdere malen haar eigen accommodaties heeft trachten te bevoordelen. Werkneemster heeft daarmee naar het oordeel van de kantonrechter niet alleen zichzelf op een niet toelaatbare wijze trachten te bevoordelen, maar heeft tevens de positie van VVV, gelet op de op VVV rustende verplichtingen jegens haar leden, benadeeld. Voldoende staat vast dat zij heeft gehandeld in strijd met de door leidinggevende gegeven instructies. Daarnaast heeft zij gehandeld in strijd met de op haar rustende verplichting als goed werkneemster. Zij had moeten beseffen dat zij zich in haar positie van de gewraakte handelingen had moeten onthouden. Dat er bij VVV geen schriftelijk protocol is waarin gedragsregels zijn vastgelegd, is daarom naar het oordeel van de kantonrechter in dit geval niet doorslaggevend. VVV heeft de handelwijze van werkneemster in redelijkheid kunnen aanmerken als een dringende reden. Het dienstverband zal op grond daarvan worden ontbonden.