Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Finles NV
Rechtbank Midden-Nederland, 17 februari 2010
ECLI:NL:RBUTR:2010:BL5021

werknemer/Finles NV

Situatieve arbeidsongeschiktheid komt voor rekening van werkgever. Eenzijdige wijziging bevoorschotting bonusregeling met terugwerkende kracht niet toegestaan

Werknemer (44 jaar) is op 1 april 2006 bij Finles in dienst getreden als Director Cliënt Relations en Business Development. Naast het vaste salaris van € 5.951,= ontvangt werknemer tevens een maandelijks voorschot op de jaarlijkse bonus- en winstuitkering. In maart 2009 is discussie ontstaan over de hoogte van de bonus over het jaar 2008. Volgens Finles dient de hoogte van de bonus neerwaards te worden bijgesteld in het kader van de economische crisis, zodat werknemer een aanzienlijk bedrag aan Finles dient terug te betalen. Tevens staakt Finles de bevoorschotting van de bonus over 2009, daar de verwachte winst- en bonusuitkering waarschijnlijk nihil zal bedragen. De reeds uitgekeerde voorschotten dient werknemer terug te betalen. Werknemer verzet zich tegen de gewijzigde regelingen en meldt zich ziek. Vanaf september 2009 staakt Finles de loonbetaling aan werknemer, omdat zij van oordeel is dat geen sprake is van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. Werknemer vordert thans doorbetaling van het loon alsmede uitbetaling van de voorschotten vanaf 1 juni 2009. Daartoe stelt werknemer dat sprake is van situatieve arbeidsongeschiktheid welke in casu voor rekening en risico van Finles dient te komen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vast staat dat zowel de arbodienst van Finles als UWV van oordeel zijn dat werknemer vanaf 14 augustus 2009 niet arbeidsongeschikt is wegens medische gronden. Ingevolge HR 27 juni 2008, JAR 2008, 188 zal de werknemer die zich erop beroept dat hij als gevolg van situatieve arbeidsongeschiktheid zijn werkzaamheden niet heeft verricht en loonbetaling over de periode vordert, feiten en omstandigheden moeten stellen en zonodig aannemelijk moeten maken die tot het oordeel leiden dat in de periode de arbeidsomstandigheden, door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen voor hem zodanig waren dat, met het oog op de dreiging van psychische of lichamelijke klachten, van hem redelijkerwijs niet kon worden gevergd dat hij zijn werkzaamheden zou verrichten. Partijen zijn in maart 2009 in onderhandeling getreden over de wijziging van de verschillende winst- en bonusregelingen. Nadat werknemer het voorstel van de werkgever inzake de exitregeling had verworpen, had het voor de hand gelegen dat partijen hierover nadere onderhandelingen zouden voeren. Finles heeft er toen evenwel voor gekozen eenzijdig de reeds overeengekomen bonus over 2008 te wijzigen alsmede de bevoorschotting over 2009 stop te zetten. Hoewel onduidelijk is waarop Finles haar bevoegdheid baseerde om deze overeengekomen arbeidsvoorwaarde eenzijdig te wijzigen, gaf zij er evenmin blijk van rekening te willen houden met de gerechtvaardigde belangen van werknemer. Dit klemt te meer nu werknemer onverwacht werd geconfronteerd met een aanzienlijke daling van zijn inkomen. Tegen deze achtergrond is het voorstelbaar dat werknemer - nadat hij door de arbodienst om medische redenen niet langer arbeidsongeschiktheid werd bevonden - voorstelde om een mediationtraject in te gaan, gericht op een totaaloplossing. Door de rigide opstelling van Finles heeft er uiteindelijk geen mediation plaatsgevonden en zijn de belemmeringen voor werknemer om te hervatten niet weggenomen. Met werknemer is de kantonrechter dan ook voorshands van oordeel dat Finles niet alle medewerking heeft verleend aan het oplossen van de tussen partijen gerezen fricties. In de geschetste feiten en omstandigheden kan werknemer niet tegengeworpen worden dat hij zijn werkzaamheden niet heeft hervat. Uit het voorgaande volgt dat werknemer vanaf 1 september 2009 recht heeft op loon ex artikel 7:628 BW. Werknemer heeft tevens recht op uitbetaling van de voorschotten op de bonusregeling, daar Finles niet eenzijdig een dergelijke regeling kan wijzigen, laat staan met terugwerkende kracht.

Volgt toewijzing vordering werknemer.