Rechtspraak
Rechtbank Midden-Nederland, 2 maart 2010
ECLI:NL:RBZLY:2010:BL9451
werkneemster/Right Martkonderzoek en Advies BV
Werkneemster is sinds 2000 in dienst van RMA. Vanaf 2007 is de arbeidsomvang onderwerp van discussie geweest in verband met de wens van werkneemster minder of anders (thuis) te werken naar aanleiding van haar zwangerschap en bevalling. Op 1 maart 2009 is de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden beƫindigd. Per genoemde datum is werkneemster een eigen bedrijf gestart, dat zich net als RMA richt op marktonderzoek. Werkneemster vordert vergoeding van overuren over de periode 2003 tot 2009. RMA heeft in reconventie diverse vorderingen uit hoofde van onrechtmatige concurrentie ingesteld.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De vordering uit hoofde van overwerkvergoeding wordt afgewezen. Allereerst is een deel van de vordering verjaard. Het tijdstip van opeisbaarheid van een dergelijke vordering moet worden vastgesteld aan de hand van het bepaalde in artikel 7:623 BW (zie o.m. HR 1 november 2002, NJ 2002, 600). Op grond van artikel 3:307 BW is de verjaringstermijn vijf jaar. Daarmee zijn de vorderingen over 2003 en 2004 verjaard. De vorderingen die betrekking hebben op de periode na 2004 kunnen niet slagen wegens rechtsverwerking. Werknemer heeft immers ruim negen jaar gewerkt, zonder ooit een vergoeding voor overwerk te ontvangen. Door op geen van die momenten voor haar belangen en aanspraken op te komen, heeft werkneemster bij RMA het gerechtvaardigde vertrouwen gewekt dat zij haar aanspraken dienaangaande - zo zij daar al over beschikte - niet wilde effectueren en dat zij deze zou laten rusten. Het is dan ook op de voet van artikel 6:2 lid 2 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar indien werkneemster thans alsnog haar aanspraken op uitbetaling van overuren geldend zou kunnen maken. De vordering wordt derhalve afgewezen.
De vordering in reconventie wordt ook afgewezen. Anders dan RMA stelt, is geen sprake van bijkomende omstandigheden die onrechtmatige concurrentie aannemelijk maken.