Rechtspraak
Retail : More/werknemer
Retail : More verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer wegens bedrijfseconomische redenen. Retail : More is actief op het gebied van reclameadvies. De omzet is door de economische recessie sterk gedaald. Werknemer betwist dat sprake is van een bedrijfseconomische reden. Voor zover tot ontbinding wordt overgegaan, acht werknemer een C=1,5 billijk.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Retail : More heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een bedrijfseconomische noodzaak. De functie van werknemer is niet uitwisselbaar met andere functies. De verzochte ontbinding zal derhalve worden toegewezen. Werknemer heeft in beginsel recht op een vergoeding gebaseerd op factor C=1. De vergoeding zou uitkomen op een bedrag van € 24.300. De kantonrechter is met Retail : More van oordeel dat haar financiële positie verre van rooskleurig is. De bank heeft niet voor niets een uitstel van betaling toegestaan. Toch is de kantonrechter er niet van overtuigd dat er in het geheel geen ruimte is, ook niet op termijn, om een - gematigde - vergoeding te voldoen. Daartoe draagt vooral bij dat de directeur van Retail : More (ook) in 2009 een managementfee van in totaal € 120.000 heeft ontvangen, hoewel de omzet en het resultaat van de onderneming al in dat jaar sterk onder druk stonden. Voor 2010 is weliswaar een verlaging van de fee tot € 90.000 gecalculeerd, maar de vraag rijst of bij een zo sterk gedaalde en nog steeds dalende omzet binnen een relatief kleine onderneming niet een verdere matiging van het salaris van de directeur, zijnde de feitelijk ondernemer, is aangewezen. De verhouding tussen de omzet en de fee van de directie is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende in balans. De kantonrechter zal de eerder genoemde vergoeding matigen tot de helft, zijnde afgerond € 12.000, waarvan te voldoen € 3.000 binnen twee weken na de dag van de ontbinding, € 4.500 bruto drie maanden later en weer drie maanden later nog eens € 4.500.