Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemsters/Hermans : Schuttevaer Notarissen NV
Rechtbank Midden-Nederland, 12 mei 2010
ECLI:NL:RBUTR:2010:BM2937

werkneemsters/Hermans : Schuttevaer Notarissen NV

Reorganisatieontslag conform Sociaal Plan zonder ontslagvergoeding is kennelijk onredelijk wegens overmatige verrijking aandeelhouders in voorafgaande jaren. Bewijsopdracht schadebegroting

Werkneemsters (57 respectievelijk 42 jaar) zijn in dienst getreden van notariskantoor H:S in de functie van receptioniste. In 2008 heeft er een reorganisatie plaatsgevonden. Aan de boventallig verklaarde werknemers is een vergoeding van C=1 aangeboden. In 2009 heeft H:S wederom moeten reorganiseren. Aan werknemers - waaronder ook werkneemsters - is ditmaal geen vergoeding aangeboden, maar heeft H:S werknemers de mogelijkheid geboden onder werktijd te solliciteren. De arbeidsovereenkomsten van werkneemsters zijn per 1 oktober 2009 opgezegd. Werkneemsters hebben in november 2009 respectievelijk februari 2010 een nieuwe baan gevonden. Werkneemsters stellen zich op het standpunt dat sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werkneemsters stellen is er geen sprake van een voorgewende of valse reden voor opzegging van de arbeidsovereenkomsten. De kantonrechter acht het voldoende aannemelijk geworden dat het financiële onvermogen van H:S om bij de tweede reorganisatie de gevolgen voor de ontslagen werknemers in enige mate op te vangen, mede gelegen is in de mate waarin en de wijze waarop H:S in de jaren voorafgaand aan de financiële crisis aansluitingsvergoedingen aan de partners heeft uitgekeerd (steeds enkele miljoenen). Uit de door H:S overgelegde stukken is op te maken dat de partners eerst in 2008, op het moment dat de omzetdaling reeds een feit was, een deel van de winst in de onderneming hebben gelaten. Niet gesteld of gebleken is dat H:S in de jaren voorafgaand aan de financiële crisis maatregelen heeft getroffen om te voorzien in de gevolgen van een omzetdaling. Gelet op het voorgaande acht de kantonrechter de in het Sociaal Plan van 1 juli 2009 genoemde voorzieningen, waaronder de sollicitatiefaciliteiten, minimaal. Daarbij komt dat werknemers nauwelijks gebruik hebben kunnen maken van de sollicitatiefaciliteiten. Op deze gronden acht de kantonrechter het ontslag kennelijk onredelijk.

Werkneemsters worden in staat gesteld aan de hand van concrete factoren en omstandigheden de omvang van de schadevergoeding nader te onderbouwen.