Naar boven ↑

Rechtspraak

FNV, CNV, Bolder c.s./Panalpina World Transport BV
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 4 november 2010
ECLI:NL:RBBRE:2010:BO3317

FNV, CNV, Bolder c.s./Panalpina World Transport BV

Overname logistieke activiteiten geen overgang van onderneming. Geen overname personeel in arbeidsintensieve sector. Geen overdracht activa

Bosch Security Systems B.V. (hierna te noemen BST) houdt zich bezig met de fabricage en verkoop van beveiligingsproducten over de hele wereld. De logistiek is in 2007 uitbesteed aan DHL. De warehousing vond plaats aan de Athenastraat te Tilburg. Het pand werd gehuurd door DHL en zij deed de exploitatie van dat warehouse. In casu is sprake van geweest van 'dedicated warehousing', wat betekent dat het magazijn en de werkzaamheden geheel in dienst stonden van BST. In het warehouse heeft DHL ongeveer 36 werknemers tewerkgesteld. Ten behoeve van haar Continental Distribution Centers (CDC’s) huurde BST in de nabijheid van dat warehouse zelf eigen bedrijfsruimte, waarin een 22-tal van haar eigen medewerkers evenals een flexibel aantal uitzendkrachten werkzaam waren. In april 2010 heeft BST de logistiek gegund aan Panalpina. Met het oog daarop heeft zij op een andere plaats in Tilburg zelfstandige (opslag)ruimte gehuurd waar zij onder eigen regie en bedrijfsvoering de warehousingactiviteit uitoefent. Afgescheiden daarvan huurt BST daar eveneens zelfstandig een deel van die bedrijfsruimte. De 22 in dienst van BST zijnde medewerkers zijn meeverhuisd en overigens bij BST in dienst gebleven. Hun werkzaamheden zijn in grote lijnen hetzelfde gebleven. De bij DHL opgeslagen goederen van BST (200 tot 250 vrachtwagenladingen) zijn, voor zover niet ondertussen al doorgeleverd aan klanten, in de loop van de tijd overgebracht naar het pand van Panalpina. Sinds 15 oktober 2010 staat de door DHL gehuurde loods leeg (en weer te huur) en zijn haar warehouse-activiteiten geëindigd. Panalpina heeft de werknemers van DHL niet in dienst genomen/willen nemen. Een aantal DHL-werknemers en vakbonden stellen zich thans op het standpunt dat sprake is van overgang van onderneming.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De 'warehousing' kan worden beschouwd als een 'onderneming'. De warehousingactiviteit die DHL en Panalpina uitoefenen worden geduid als arbeidsintensief (vgl. HvJ EG, 25 januari 2001, JAR 2001/68 (Oy Liikenne)). Daarvan uitgaande en tegen de achtergrond van de in de jurisprudentie ontwikkelde maatstaven is de kantonrechter van oordeel dat in casu niet aan de vereisten voor overgang van een onderneming, in die zin dat de identiteit behouden is gebleven, is voldaan. Personeel is immers in het geheel niet overgegaan. Voor zover al zou gelden dat het kapitaalintensieve element overheersend is, geldt vanuit die gezichtshoek beschouwd hetzelfde. Er zijn immers geen of nauwelijks activa overgedragen (HvJ EG 20 november 2003, JAR 2003/298). De betekenis van het element 'zelfde activiteit', in een geval als het onderhavige, waarin de verkrijger (Panalpina), vóórdat deze contracteerde met BST, al dezelfde of vergelijkbare activiteiten verrichtte, moet immers op nihil worden gesteld (vgl. HR 10 december 2004, JAR 2005/13 (Verbeek/Process House)).

Volgt afwijzing vordering werknemers.