Rechtspraak
OR/Internationaal Danstheater
Bij het Internationaal Danstheater (IDT) zijn 47 werknemers werkzaam. Tot en met 2008 ontving IDT jaarlijks subsidie van het Ministerie van OC:W. Voor het jaar 2008 bedroeg de subsidie € 3.255.814. Het exploitatieresultaat over 2008 bedroeg € 106.799 negatief. Vanaf 2009 behoort de subsidiëring van IDT tot de bevoegdheid van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten (hierna: het Fonds). Het Fonds heeft IDT een lagere subsidie toegekend en onder voorwaarden dat er een acceptabel begrotingsplan zou komen. IDT heeft daartoe een herstructureringsplan opgesteld. Het personele gevolg van het herstructureringsplan treft 31 werknemers. Zij zullen worden ontslagen en nadien zo veel mogelijk op basis van tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor de duur van producties worden tewerkgesteld. Op 12 mei 2010 heeft de ondernemer advies gevraagd aan de OR. Op 18 juni 2010 heeft de OR negatief geadviseerd. Op 1 juli 2010 heeft IDT het besluit tot een herstructurering genomen. Naar het oordeel van de OR heeft IDT in redelijkheid niet tot dit besluit kunnen komen. Daartoe heeft zij aangevoerd, dat (a) het besluit de continuïteit van IDT ernstig in gevaar brengt, omdat productiegebonden werken strijdig is met de aard en het wezen van een dansgezelschap; (b) het besluit juridisch en praktisch niet haalbaar is gelet op de verplichting van IDT om bij ontslag het afspiegelingsbeginsel in acht te nemen en gelet op de WW-verplichtingen van de werknemers na ontslag; (c) er onduidelijkheid is over de sociale gevolgen van het besluit en er geen of onvoldoende maatregelen getroffen zijn om de sociale gevolgen op te vangen; en (d) IDT de concrete voorstellen van de OR om een collectief ontslag te voorkomen onvoldoende gemotiveerd terzijde heeft geschoven. Een collectief ontslag is niet nodig en in de gegeven omstandigheden onaanvaardbaar.
De Ondernemingskamer oordeelt als volgt. Er kan niet worden geoordeeld dat IDT in redelijkheid niet tot haar besluit heeft kunnen komen. IDT heeft voldoende inzichtelijk gemaakt waarom de door de OR aangedragen alternatieven niet gevolgd zullen worden. Daarnaast is IDT transparant geweest over de personele gevolgen. Er is ten slotte een 'eenzijdig' sociaal plan opgesteld. De voorgestane herstructurering zal niet tot discontinuïteit van IDT leiden en hoewel juridisch gecompliceerd, is het voorgestelde ontslagtraject niet rechtens onmogelijk. Volgt afwijzing van het verzoek van de OR.