Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland, 2 februari 2011
ECLI:NL:RBASS:2011:BP3842
Algemene Stichting Kinderopvang Assen Midden-Drenthe/werkneemster
Werkneemster is op 17 juli 2006 bij ASKA in dienst getreden als pedagogisch medewerker, later als locatiecoördinator. Op 12 oktober 2009 is werkneemster uitgevallen wegens ziekte. Begin maart 2010 is werkneemster op arbeidstherapeutische basis teruggekeerd bij ASKA. Op 6 juli 2010 is werkneemster voor 60% arbeidsgeschikt verklaard door de bedrijfsarts en heeft zij haar werkzaamheden als locatiecoördinator weer opgepakt, zij het met een beperkt takenpakket. Het was de bedoeling dat werkneemster na de vakantie haar werkzaamheden weer helemaal zou oppakken. Op 13 september 2010 heeft zij zich, omdat de oude klachten weer volledig terugkwamen, opnieuw ziek gemeld. Op 9 november 2010 is werkneemster opgeroepen passende arbeid te verrichten. Na een dag werken achtte werkneemster deze werkzaamheden niet passend. Werkneemster heeft vervolgens een deskundigenoordeel aan het UWV gevraagd. Het UWV heeft geoordeeld dat ASKA onvoldoende aan haar re-integratieverplichtingen heeft voldaan. ASKA verzoekt thans ontbinding van de arbeidsovereenkomst omdat terugkeer in de functie van locatiecoördinator voor werkneemster ziekmakend en dus onmogelijk is.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat werkneemster op dit moment nog altijd 40% arbeidsongeschikt wegens ziekte is. Daarnaast staat vast dat er nog geen twee jaar zijn verlopen na de eerste arbeidsongeschiktheidsdag wegens ziekte. Het verzoek is dan ook binnen de in artikel 7:670 lid 1 onder a vermelde tweejaarstermijn ingediend. ASKA heeft aangegeven dat het verzoek is ingediend omdat werkneemster medisch gezien niet in staat wordt geacht haar functie van locatiecoördinator te verrichten. Die functie is niet (meer) passend en zij heeft geen (andere) passende functie voor werkneemster. Dat kan naar het oordeel van de kantonrechter niet als een andere omstandigheid die ontbinding rechtvaardigt worden aangemerkt. Als het al zo zou zijn dat er bij ASKA zelf geen (andere) passende functie is waar werkneemster in c.q. naar toe kan re-integreren, dan ligt het – zo volgt uit de Wet verbetering poortwachter – op de weg van ASKA om zich met werkneemster te richten op re-integratiemogelijkheden in het tweede spoor. Niet om een ontbindingsverzoek in te dienen. Dat zou slechts anders kunnen zijn indien werkneemster zonder deugdelijke grond niet zou meewerken aan re-integratie.